Afgelopen zondag zongen we een nieuw lied met de tekst “I believe I’ll see You do it again”. Een mooi lied over geloofsvertrouwen als je twijfelt. ‘God heeft ons eerder geholpen en dat zal Hij weer doen.’ Maar bij de volgende zin haakte ik af: “You moved a mountain and You will do it again”.
Ik moest ineens denken aan een interview met Henny Huisman waarin hij zegt over Jezus: “Dan gaat Hij toch nog een keer aan het kruis”, waarop hij in huilen uitbarst en snikt: “Hoe kan ik dat vragen?”
De berg die Jezus opzij gezet heeft is de berg van het kwaad. Dat was eenmalig, dat voldeed (Hebreeën 9:26, 10:14). Hij heeft het kwaad openlijk tentoongesteld en het zijn macht ontnomen om ons bij God weg te houden (Kolossenzen 2:15, Romeinen 8:35).
Jezus heeft gezegd dat WIJ, met een klein geloof, bergen kunnen verzetten. (Mattheüs 21:21)
Bij de wonderbare spijziging, de vermenigvuldiging van vijf broden en twee vissen zodat duizenden mensen er ruim van konden eten, sprak Jezus een dankgebed uit en gaf het brood en de vis aan Zijn discipelen, die het vervolgens uitdeelden. De discipelen waren degenen die het brood in hun handen zagen vermenigvuldigen. (Mattheüs 14:19)
Toen God de mensen maakte, maakte Hij hen heersers over de aarde en de dieren (Genesis 1:28). Hij stelde hen over het werk van Zijn handen (Psalm 8:7). Hij heeft ons verstand en creativiteit gegeven zodat we er iets moois van kunnen maken en Zijn nabijheid voor als we daar hulp bij nodig hebben (Genesis 3:8, Johannes 15:16-18).
Wij zijn degenen de verantwoordelijk zijn, wij zijn degenen die onze bergen moeten verplaatsen. God heeft ons met de Heilige Geest alles gegeven wat we daarvoor nodig hebben. Ik verwacht mijn hulp van de Here die hemel en aarde gemaakt heeft (Psalm 121:2). Hij zal uitkomst geven. Niet omdat Hij mij als een superman te hulp schiet en mijn problemen weg haalt, maar omdat Hij naast mij staat en mij de steunt en de kunde geeft die ik nodig heb om het aan te kunnen. (Romeinen 12:4-8, 1 Korintiërs 12: 4-13, Galaten 5:22, Jacobus 1:5)
Ik geloof in wonderen, ik geloof dat God bij machte is om ons oneindig veel meer te geven dan wij kunnen bedenken (Efeziërs 3:20), ik geloof dat God ons in Christus alles al gegeven heeft. Als Hij zelfs zijn enige Zoon gegeven heeft, zou er dan nog iets zijn wat Hij ons niet zou willen geven? (Romeinen 8:32)
Ik geloof dat dit allemaal waar is. En toch zie ik meestal geen genezing als ik voor genezing bid, terwijl God de gave van genezingen geeft en Jezus aan de lopende band mensen genas. Hij kan het dus wel. Waarom doet Hij het dan niet, waarom geeft Hij mij niet de mogelijkheid om te genezen?
Iedereen, christen of niet, loopt af en toe tegen deze vraag aan. Als God almachtig is, waarom…?
Gebeurde er nooit een wonder, dan kun je zeggen dat God de aarde aan ons heeft overgedragen en dat Hij zich niet met ons werk wil bemoeien. Maar af en toe zie ik God overduidelijk ingrijpen, en van een heleboel situaties vermoed ik dat Hij er iets mee te maken heeft.
God laat niet los wat Zijn hand begon (Psalm 138: 8). Hij heeft een plan met ons en met deze aarde en Hij zorgt ervoor dat Zijn plan ook tot stand komt. Dat is de geschiedenis van de hemel en de aarde die begint in Genesis 2:4 en in Openbaring 21:1.
Wij maken deel uit van die geschiedenis. Wij mogen meehelpen deze geschiedenis tot stand te brengen. Geen idee hoe, maar als mensen spelen we een belangrijke rol. Zoals in de meteorologie klimaat en weer met elkaar verbonden zijn, zo zijn ook God en de mensen met elkaar verbonden. Aan de hand van het weer kan je wel iets zeggen over het klimaat en vice versa, maar alleen als je op de lange termijn kijkt naar het grote plaatje. Het weer van één dag op één plaats zegt vrijwel niets over het klimaat en het klimaat zegt niet veel over het weer van morgen.
God heeft het gedaan, Hij heeft het mogelijk gemaakt en in onze handen gelegd. Maar Hij heeft ons niet losgelaten. Hij is met ons verbonden en wij met Hem (Johannes 14:20), daardoor werken we samen aan Gods plan. Hoe dat precies in zijn werk gaat zal wel een raadsel blijven. We moeten God maar vertrouwen dat Hij weet wat Hij doet en dat het goed is wat Hij doet. “Nu zien we nog door een spiegel in raadselen, maar eens zullen we kennen, zoals we zelf gekend zijn”(1 Korintiërs 13:12). Dan begrijpen we Gods beweegredenen en ik twijfel geen moment dat ik dan zal zeggen: “o, maar dat is logisch. Het had niet beter gekund”. Tot die tijd zal ik me soms echt afvragen of het niet anders had gekund, met al die ellende waarover ik dagelijks hoor en lees.
“I believe I’ll see You do it again”? Nee, ik geloof dat U het al gedaan heeft. Ik hoef niet te wachten tot U in actie gaat komen. Het is alleen een kwestie van tijd voordat ik zie wat U al gedaan heeft.