In het kader van opvoeden als gelovige en ontspannen als een kind, of ontspannen geloven en opvoeden als een kind, of ontspannen opvoeden en geloven als een kind – het kan allemaal – had ik een mooi blog in gedachten over ‘vadertje en moedertje’. Alleen worden mijn gedachten momenteel totaal in beslag genomen door iets heel anders, dus schrijf ik daar maar over.
Iedereen heeft zo zijn ‘guilty pleasures’ en die van Rob en mij is zoeken naar huizen waar we zouden willen wonen. Altijd als we op vakantie zijn kijken we rond met in ons achterhoofd de vraag: “zouden we hier willen wonen?” We zijn zelfs een keer in Hongarije op vakantie geweest naar aanleiding van een krantenartikel waarin stond dat er veel kasteeltjes op de markt kwamen nu de muur gevallen was. Dat was 1994. We hebben toen met de kinderen in een ruïne rondgelopen die boven op een heuvel lag met uitzicht op drie dalen. Het was heet en doodstil, de kinderen klauterden over de resten van de dikke muren en wij genoten van het uitzicht en bedachten waar de huiskamer zou komen.
We hebben heel bewust besloten om in de stad te blijven toen de kinderen geboren werden omdat gewoon alles binnen handbereik is. Alle soorten scholen, verenigingen, clubs, speeltuinen, pretparken, maar ook bos, strand en zee op fietsafstand. De vraag ‘waar we zouden willen wonen’ was alleen maar om er lekker over te kunnen dromen, niet om het uit te voeren.
Maar de meeste kinderen zijn ondertussen de deur uit, de laatste twee zullen met een jaar of 5 ook wel vertrokken zijn, dus nu kunnen we onze dromen naar the next level brengen: echt ergens anders gaan wonen. Weg uit dat mierennest, die stad met permanente onrust.
En toen vond ik een stuk grond met een weids uitzicht in een idyllisch landschap, met een molen erop en plek voor een woonboot, en nu ben ik verliefd. Dit is echt heel erg, ik loop met mijn hoofd in de wolken en kan alleen met moeite ergens anders aan denken. Bij alles wat ik doe denk ik: hoe zou ik dat daar doen?
‘s ochtends de vaatwasser uitruimen: en dan kijk ik daar over het kanaal en de landerijen, met ook die mist daaroverheen. Nu met het schrijven: dan ga ik in de molen zitten, bij een raampje met uitzicht, uitzicht, uitzicht, zie ik de zon de nevel oplossen en komt langzaam steeds meer van de wereld terug.
Als ik een plek geweldig vind, maar ik twijfel of het echt de moeite waard is, dan ga ik naar het strand. Meestal weet ik binnen 2 minuten dat die andere plek het toch niet is. Alleen de duinen al zijn van een onvergelijkbare schoonheid en als ik dan een eerste glimp van de zee zie, dan springt mijn hart op. Dan weet ik weer: hier hoor ik thuis, dit is mijn plek, beter is er niet.
Dus ging ik naar het strand. De duinen zijn nog steeds ongeëvenaard. Lopen door de duinen vergt concentratie vanwege klimmen in het mulle zand en omzeilen van doornstruiken omdat ik het liefst mijn weg zoek buiten de gebaande asfaltpaden (wat mag tegenwoordig). Maar eenmaal op het strand kan je je gedachten laten gaan en liep ik te denken aan bedden in de molen voor als de (klein) kinderen komen logeren, maar dan moet de molen niet draaien en ik wil eigenlijk kijken of we er elektriciteit mee kunnen opwekken, dus moet ie wel draaien….
Op het strand geniet ik van de weidsheid, het geluid en de voortdurende beweging van de zee, wat me aan God doet denken. Maar eindeloos water en eindeloos land waar het weer vrij spel heeft, geeft diezelfde verbondenheid, denk ik.
En natuurlijk komt ook de vraag wat God hiervan vindt. Vindt God hier iets van? Wil Hij hier iets over te zeggen hebben, of mag ik hier zelf beslissen wat ik leuk vind? Of draait het leven niet om leuk maar om nuttig?
Als God in mijn hart woont en ik volg mijn hart, dan moet het toch goed komen? Meteen komen teksten op als: ‘arglistig is het hart’ en ‘wijsheden’ als: je moet niet beslissen vanuit emotie. Het is inderdaad belangrijk dat je je verstand gebruikt, zeker in dit soort dingen. En God om advies vragen, dat ook. Want ik geloof niet dat je je relatie met God op het spel zet door zelf te kiezen waar je wilt wonen, of dat je dan het doel van je leven mist, maar ik geloof wel dat God je wijsheid en inzicht wil geven om je zo te behoeden voor dingen waar je later spijt van krijgt.
Mijn jongste dochter bijvoorbeeld is net lid van een studentenvereniging geworden – niet zijnde de Navigators, en heeft nog wat moeite om haar prioriteiten in de goede volgorde te zetten. Zij vindt het totaal geen probleem als wij zouden vertrekken; ze zoekt wel een gezellig studentenhuis. Het is wijsheid om in dit geval niet te vertrekken, maar haar nog even te helpen de belangrijkste dingen eerst te zetten.
Mijn jongste zoon zal mee moeten. Hij heeft wel wat met hout, dus een molen is dan niet echt een ramp en er is internet, maar ik ben toch bang dat ik hem niet gelukkig maak met een hutje op de hei.
De generatie boven mij is in toenemende mate hulpbehoevend. Kan ik die zomaar achterlaten? Hoe ga ik dat doen met werk? Wat kost het eigenlijk om een molen te onderhouden? En zo buitelen de praktische vragen over elkaar heen. Als je je verstand gebruikt, dan weet je dat je beter niet kunt vertrekken, al is in theorie alles oplosbaar.
Maar het gevoel blijft. En dus de vraag of dit niet toch iets van God kan zijn. Want als God het wil, dan gaat het gebeuren en komt alles op zijn pootjes terecht. Dat hebben we met ons huidige huis ervaren en met wel meer dingen in ons leven. Dus wij gaan geen actie ondernemen, omdat ons verstand nee zegt. We gaan wel een keer logeren in de bed & breakfast van de buren van de molen, om het gebied te proeven. En we zullen er voorlopig nog heel veel over praten en over dromen. En wie weet, als het op een dag tijd is, is de molen er ook nog.
Zou je daar voor mogen bidden?