Dominee is de aanspreektitel voor de predikant van een gemeente. Het is degene die eindverantwoordelijk is voor de zielszorg van de gemeenteleden. Zijn of haar belangrijkste taak is de prediking oftewel het ‘verkondigen van het woord van God’. Dominee betekent letterlijk ‘heer deze huizes’ en figuurlijk ‘de baas’. In oude tijden werd iedereen die respect verdiende met deze titel aangesproken. Wij kennen het nog in de formele briefaanhef: mijn heer.
Je vindt deze titel in de protestantse kerken, maar ook de baptisten en doopsgezinden geven hun predikanten de titel dominus (ds.)
In de gereformeerde kerken staat de preek als woord van God centraal. De belangrijkste taak van een predikant is daarom het woord van God onderwijzen. Op de zondag uiteraard, maar ook door de week in de vorm van catechisatie en bijbelstudie. Daarnaast is er het persoonlijke aspect, het toepassen van het woord van God in de dagelijkse situaties. De meeste gemeenteleden kunnen daar wel wat steun en advies bij gebruiken. Huisbezoek is een heel mooi middel om die persoonlijke aandacht te kunnen geven.
De bijbel kent niet zoiets als een dominee of predikant. De functies profeet (doorgeven van Gods woord) en leraar komen er nog het dichtste bij, net als het begrip voorganger, dat door de schrijver van de Hebreeënbrief wordt gebruikt. Voorgangers spreken het Woord van God tot de gemeenteleden en waken over hun zielen. Ze moeten daar rekenschap over afleggen, daarom hebben ze een bepaalde autoriteit gekregen (Hebreeën 13:7,17).
In bijbelse tijden stonden oudsten, opzieners, voorgangers en dergelijke dicht bij de mensen. Men kende elkaar persoonlijk. Maar hoe groter de kerken werden, hoe groter de afstand tussen de ‘gezagsdragers’ en de gemeenteleden. In plaats van naast elkaar te staan en samen door geloofsvragen en levensproblemen te gaan, werden de voorgangers geleerde mensen die vanaf een hoge kansel naar de mensen beneden riepen wat ze wel en niet moesten doen. Het natuurlijke overwicht van een levend geloof in combinatie met levenswijsheid en -ervaring werd vervangen door de autoriteit van kennis.
Begrijp me niet verkeerd. Ik ben een enorme liefhebber van kennis, hoe meer hoe beter. Kennis kan verdiepen en verrijken. Kennis kan hele nieuwe werelden voor je openen. Maar kennis zonder ervaring, met name op geloofsgebied, is vaak leeg en hard en doet al snel liefdeloos aan.
Kennis zegt bijvoorbeeld dat je X moet doen want dat staat in de bijbel.
Ervaring zegt dat in de bijbel staat dat X de beste manier is, “maar ik weet dat het soms moeilijk is, dit heeft mij enorm geholpen, misschien kan je er iets mee”.
Als kennis afstand gaat scheppen omdat kennis het criterium voor gezag is geworden, dan zijn we ver verwijderd geraakt van die vissers die geleid door de Heilige Geest de toenmalige wereld op zijn kop hebben gezet en de basis legden voor de kerk van nu.
Gelukkig zijn veel predikanten al (letterlijk) van hun kansels afgedaald en willen ze niet meer het absolute gezag wat een predikant vroeger had. Ze zijn ook maar mensen die door Gods genade op deze post terecht zijn gekomen. Ze weten misschien meer dan het gemiddelde gemeentelid, en daar hebben ze hard voor gewerkt, maar dat maakt ze niet per definitie tot betere mensen.
“Let op de uitkomst van hun levenswandel, en volg hun geloof na” (Hebreeën 13:7), is nog wel eens misbruikt om van de dominee en zijn gezin een perfecte levenswandel te eisen. Zij moesten laten zien hoe het hoort. Keurig, proper, vroom en gedisciplineerd zijn woorden die dan bij me opkomen, beelden uit boekjes zoals van W.G. van der Hulst.
Maar als ik de bijbel lees, dan is het geloofsleven helemaal niet zo keurig, netjes, vroom en gedisciplineerd. Het kan rommelig, onduidelijk of moeilijk zijn. Het is soms worstelen met de omstandigheden, met je vingertoppen vasthouden aan dat laatste beetje hoop, blijven geloven tegen beter weten in. In Hebreeën 11 staat een aangrijpende beschrijving van geloofsgetuigen die ons voor zijn gegaan. Dit zijn onze voorgangers in de andere betekenis van het woord en dit is het geloof dat wij mogen navolgen.
Dat heeft weinig te maken met autoriteit en academische geschoold zijn. Het heeft ook niets te maken met een uiterlijk keurig leven volgens alle regeltjes. Het heeft meer te maken met “met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof” (Hebreeën 12:1,2).
De dominee mag ons daarin voorgaan en ons leren “afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt”.