Sinterklaas

Waarom staan we ieder jaar te liegen tegen onze kinderen en noemen we dat een feest? Ik had vroeger al liever een kinderdag dan Sinterklaas; een soort Moederdag voor kinderen. Dat je ontbijt op bed krijgt met cadeautjes en de hele dag niets hoeft te doen, maar lekker verwend wordt.

Toen ik erachter kwam dat Sinterklaas niet bestond en dat ik dus door al die volwassenen voor de gek was gehouden, is er bij mij een argwaan naar binnen gekropen die nooit meer is weggegaan. Als zelfs mijn sjieke, serieuze oma na het openmaken van een cadeautje ‘dank u Sinterklaasje’ riep in de schoorsteen, dan vraag ik me toch af hoe ver mensen gaan om een kind iets te laten geloven.

In mijn jeugd hing er om Sinterklaas nog de dreiging van straf. Als je niet zoet was, kreeg je geen lekkers, als je stout was de roe, of je ging in de zak mee naar Spanje. De Pieten waren een soort spionnen die doorvertelden wat je allemaal had misdaan. Dat werd dan opgeschreven in het Grote Boek. En op de dag des oordeels moest je verschijnen voor de grote troon. Dan keek Sinterklaas in zijn boek, en dan kreeg je een cadeautje. De grootste klieren in de klas werden vermanend toegesproken en bedreigd met de zak als ze hun leven niet beterden, maar zelfs zij kregen een cadeautje. Dus echt veel hielp die dreiging toen al niet en tegenwoordig is de Sint echt alleen nog maar een goedheiligman.

Kleine kinderen vinden het lastig om fantasie en werkelijkheid te scheiden. Dat voor hen Sinterklaas echt is, is logisch. Maar als ze een jaar of acht worden, kunnen ze dat onderscheid wél maken en dan komen de vragen. In plaats van eerlijk te zijn en gewoon te vertellen dat het een leuk toneelstukje is, liegen we dat Sinterklaas echt bestaat. Waarom?

Als volwassenen vinden we Sinterklaas nog steeds leuk. We staan net zo te genieten van de optocht als onze kinderen en we zouden ook nog wel wat kruidnootjes willen krijgen van Piet. Het is dus niet zo dat de magie van het feest ineens verdwijnt als je de waarheid weet. Het blijft leuk om een verrassing in je schoen te krijgen. Niet omdat Sint heeft lopen denken wat hij jou eens zou schenken, maar een huisgenoot, en dat is eigenlijk veel leuker.

Het grootste probleem heb ik nog met de goddelijke eigenschappen die aan Sinterklaas worden toegedicht. ‘Sint is overal en kent al jouw wensen’. Je dient een verlanglijstje in, brengt een offer in de vorm van een wortel, een tekening of goed gedrag, en op wonderbaarlijke wijze worden je wensen vervuld. Omdat ze als kind leren dat dit werkt bij Sint Nicolaas, denken veel mensen later dat het ook zo werkt bij God. Ze dienen regelmatig een verlanglijstje in, ze gedragen zich ‘christelijk’, doen er soms een schepje bovenop in de vorm van vasten of goede werken, en verwachten vervolgens dat ze krijgen waar ze om gevraagd hebben. Een deel vraagt nog steeds om speelgoed. Ze willen een grotere auto, een mooier huis of de lotto winnen. Anderen zijn al een stapje verder en vragen om gezondheid, kracht, inzicht en andere niet-materiële dingen. The next level is bidden voor het welzijn en geloof van anderen. Hoe prachtig de achterliggende bedoeling ook is, het blijven verlanglijstjes.

Misschien wist je het al, maar misschien ook niet: God is geen Sinterklaas.

God is een Vader en houdt daarom de grote lijn beter in het oog dan de Sint. Jij geeft als ouder je kind ook niet alles wat ze willen. Niet alles is goed voor ze, niet alles wat nu leuk is, blijft dat ook op de lange termijn en het kan ook opvoedkundig verantwoord zijn om nee te zeggen. Dat laatste is het moeilijkst, want je bent dol op je kinderen en je maakt ze graag blij.

Volwassenen denken dat ze weten wat goed voor ze is. Maar volwassenen zijn net zo goed geneigd om alleen maar naar de korte termijn te kijken, naar wat nu belangrijk of prettig is. Als ze echt de lange termijn konden overzien, gingen ze meteen stoppen met roken, meer bewegen en gezonder eten. Dan maakten ze werk van een spaarpotje voor tegenvallers en dachten ze nog eens na over de gevolgen van hun keuzes op het gebied van vlees, kleding, apparatuur, vervoer, enz.. Feit is dat niemand dat kan overzien. Het is te veelomvattend, te ingewikkeld en er zijn te veel variabelen. Daarom eindigen dit soort overdenkingen meestal met de ‘conclusie’ dat het wel mee zal vallen.

God weet of het daadwerkelijk gaat meevallen. Onze wensen lijken volstrekt legitiem en zelfs helemaal naar Gods wil, toch kunnen de gevolgen ervan heel anders zijn dan we verwachten; het zogenaamde ‘vlindereffect’. God ziet die gevolgen, Hij is eeuwig. Dus als Hij besluit om niet te geven wat we vragen, dan is daar een goede reden voor.

Daarnaast wil God geen Sinterklaas zijn, maar een Vader. Hij wil een belangrijke factor in ons leven zijn op basis van wie Hij is, niet op basis van wat Hij geeft. Hij is de betrouwbare en de barmhartige, de rots waarop we kunnen bouwen, de hut waarin we kunnen schuilen – om maar een paar bijbelse metaforen te gebruiken. Hij is het begin en het eind. Hij is Degene die zorgt dat het uiteindelijk allemaal goed komt. Zijn versie van goed, niet noodzakelijkerwijs onze versie van goed.

Laten we daarom eerlijk zijn tegen elkaar en onze kinderen: Sinterklaas bestaat niet.

Comments