Profetessen, hoe God spreekt door vrouwen

Aanvankelijk enthousiast over profetie ging ik me toch afvragen: Wat is waar en welke waarde moet ik eraan hechten? Dit is de vijfde en laatste blog in de serie profeten en profetie waarin in een antwoord zoek op die vraag. Na het inleidende blog ging het over wat is profetie, welke soorten zijn er in de bijbel, is het nog van deze tijd, in welke vorm functioneert het in de gemeente en wat moeten we met de onheilsprofeten en de rondreizende sprekers met profetische bediening. En dit blog gaat over vrouwelijke profeten.

De bijbel laat zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament zien dat vrouwen profeet kunnen zijn. In het Oude Testament zien we dat Mirjam, de zus van Mozes, een profeet is (Ex. 15:20, Num. 12:2). Deborah, de rechter, is een profeet (Richt. 4:3-10) en Koning Josia gaat te rade bij Chulda (2 Kon. 22).

profetes-annaOok in het Nieuwe Testament komen vrouwelijke profeten voor. De beroemdste is Anna, die in de tempel was toen Jezus daar werd voorgesteld (Luc. 2:36-38). Ook genoemd worden de vier dochters van Filippus (Hand. 21:9).

Maria van Magdala wordt geen profeet genoemd, maar Jezus zelf zegt haar om aan zijn broeders te vertellen dat Hij is opgestaan (Joh. 20:16-18). Volgens Matteüs kregen twee Maria’s de opdracht van Jezus om een boodschap over te brengen (28:9,10), volgens de andere evangelisten waren er een stuk of vier vrouwen bij betrokken.

Dit is de centrale, meest belangrijke boodschap van de hele bijbel en niet aan de mannen, maar aan de vrouwen die het dichts bij Jezus stonden, werden als eerste deze woorden van God toevertrouwd. De mannen geloofden de vrouwen niet en Jezus verweet hen hun gebrek aan geloof en hun verstoktheid van hart, omdat ze geen geloof geschonken hadden aan wat de vrouwen hadden doorgegeven. (Marc. 16:14)

Bij de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren waren zowel mannen als vrouwen in de bovenzaal aanwezig. Petrus verwijst in zijn preek (Hand 2: 17,18) naar de vervulling van de profetie van Joel (2:28,29), dat de Heilige Geest zal worden uitgestort op mannen en vrouwen en dat zij allemaal zullen profeteren.

Ook Paulus vind het de normaalste zaak van de wereld dat vrouwen profeteren. In antwoord op vragen uit de gemeente in Korinthe vertelt hij dat er voor mannen en vrouwen die profeteren elders allerlei kledingvoorschriften zijn, maar dat die in de gemeente niet gelden (1 Kor. 11:2-16). De vraag óf vrouwen mogen profeteren wordt niet eens gesteld. Als het gaat over orde in de gemeente, dan zegt hij dat er niet meer dan twee of drie profeten het woord mogen voeren, dat ze om beurten moeten spreken en dat de rest van de profeten moet beoordelen of het gesprokene klopt.(1 Kor. 14: 26, 29)

Hierna volgt een van de beruchte zwijgteksten. In vers 34 zegt Paulus dat de vrouwen in de bijeenkomsten van de Korintiërs hun mond moeten houden. “Het is hun niet toegestaan het woord te nemen; zij moeten ondergeschikt blijven, zoals trouwens de wet voorschrijft.” Door de interpunctie van de NBG lijkt het alsof deze regel voor iedere gemeente geldt, maar als je deze tekst leest in andere vertalingen, dan zegt Paulus hier dat alleen in Korinthe de vrouwen niet mogen spreken in de gemeente. Waarom dat is, is onduidelijk. De verwijzing naar de wet is niet de Joodse wet, hoewel sommigen naar Gen. 3:16 verwijzen, maar ‘de man zal over u heersen’, is geen wet, het is hooguit een wetmatigheid. Het is een ongewenste situatie als gevolg van de zondeval. Zoals eerder gezegd waren er in het Oude Testament vrouwelijke profeten die het volk leidden of door de koning geraadpleegd werden. Dat had dan ook niet gemogen.

De teksten over profeterende vrouwen worden nu ondergeschikt gemaakt aan de zwijgteksten, maar wat als de zwijgteksten ondergeschikt zouden zijn aan de teksten over profeteren? Teksten zoals die uit Handelingen 2, waar Joel wordt aangehaald, dat mannen en vrouwen zullen profeteren en 1 Korintiërs 14, waar iedereen wordt opgeroepen te streven naar de gave van profetie.

Als het normaal gebleven was dat vrouwen het profetische woord verkondigen in de gemeente, hoe zouden dan de zwijgteksten uitgelegd zijn? Misschien als uitzonderlijk? Misschien als tijdelijke draconische maatregel in een uit de hand gelopen situatie, zoals in Efeze? (1Tim.1:3-7; 2:11-15)

God maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen, we zijn gelijk in Christus (Gal 3:28). Hij spreekt door mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, slaven en vrijen. Iedereen heeft de Heilige Geest ontvangen. Laten we dan streven naar de gave van profetie. Laten we delen wat we van God ontvangen, om elkaar op te bouwen, te versterken, te troosten, te bemoedigen, te adviseren. Mannen én vrouwen.

Conclusie

Het is vreemd dat een verschijnsel dat in de hele bijbel zo’n belangrijke rol speelt als profetie, in de kerk vrijwel volledig uit beeld is geraakt. De redenen die worden aangevoerd voor het verdwijnen zijn flinterdun en gemakkelijk te weerleggen.

Het is extra vreemd omdat met de uitstorting van de Heilige Geest in principe iedereen kan profeteren, in tegenstelling tot de praktijk in het Oude Testament. Het zou daarom nodig zijn om te leren hoe je er mee om moet gaan en hoe je echt van onecht kunt onderscheiden. Maar in het verleden heeft de kerk ervoor gekozen deze gave liever te negeren dan haar in te bedden in de geloofspraktijk. Met name binnen de charismatische beweging zie je profetie weer een plek krijgen. Dat dit na duizenden jaren met vallen en opstaan gaat, mag duidelijk zijn. Maar laten we, al lerend van onze fouten, deze opbouwende gave van God weer erkennen en de ruimte geven binnen de gemeente.

Schilderij: oude lezende vrouw, waarschijnlijk de profetes Hanna, van Rembrandt

Comments