De woorden profeet en profetie roepen gemengde gevoelens op in de kerkelijke wereld. Er zijn mensen die zeggen dat profeten niet van deze tijd zijn, er zijn mensen die een school voor profetie bezoeken en alles wat daartussen zit. En christelijk als we zijn, verdedigen we ons eigen standpunt te vuur en te zwaard. Wat mij opviel is dat die argumenten veelal berusten op gevoel, ervaring, en een ‘van horen zeggen’ gebruik van bijbelteksten, d.w.z. iemand heeft ooit een bijbeltekst als argument gehoord en pavlovt die nu zodra het onderwerp ter sprake komt, waarmee de discussie ten einde is.
Ik moet dan vaak denken aan een opmerking van Stevo Akkerman: “Dan gaat dat geloof verongelijkt stampvoeten; het heeft de antwoorden en wil hooguit ruimte aan vragen geven om die antwoorden nog eens goed voor het voetlicht te brengen.” Een valkuil waarin we allemaal vallen van tijd tot tijd, maar die ik toch probeer zoveel mogelijk te vermijden door na te denken over de vanzelfsprekendheden en tradities van het Christelijk geloof.
Op het gebied van profetie heb ik in de loop der jaren ook zelf het nodige meegemaakt. Gereformeerd opgevoed zonder profetie en volwassen geworden in een traditionele evangelische kerk die niet echt iets deed met profetie, heb ik de laatste 20 jaar doorgebracht binnen charismatische gemeenten, waar een gastspreker uit het buitenland de kerk haast standaard begroet met: “God gaat grote dingen doen in deze kerk/stad”. Ik heb alles gehoord, van wensdenken tot interessant doenerij, van suikerzoete charlatans tot oprechte opbouwende persoonlijke boodschappen.
Na een aanvankelijk enthousiasme over dit spreken van God, over de geweldige dingen die in het verschiet lagen en over Gods directe betrokkenheid bij mijn leven, ging ik me toch afvragen: Wat klopt wel en wat niet? Wat is waar en welke waarde moet ik eraan hechten? Hoe weet ik of die mensen met profetische bediening die zo enthousiast worden binnen gehaald ook echt mensen met een profetische bediening zijn en dus Gods woorden doorgeven?
Hetzelfde geldt voor de mensen met een profetische bediening binnen de kerk. Wat is hun rol, hun plaats, hoe worden zij getoetst? Wordt er überhaupt getoetst? Ik heb het nog niet meegemaakt dat een profeet werd terecht gewezen, terwijl ik wel heb meegemaakt dat een profeet overduidelijk onzin stond te verkondigen.
Persoonlijke profetieën kunnen opbouwen, maar ook manipuleren of onzeker maken. Mensen kunnen een enorme waarde hechten aan een profetie en in het verlengde daarvan aan degene die de profetie uitspreekt. Vanwege de invloed van profetie op mijzelf en andere mensen, ben ik gaan uitzoeken hoe het nu zit met profetie. Wat ik heb gevonden is te veel voor één blog, dus worden het er vier. November wordt de maand van de profetie.
De eerste blog gaat over: wat is een profeet precies en wat voor soort voorspellingen zijn er? (9-11)
De tweede gaat over: is profetie nog van deze tijd en zo ja, wat is de plek van profetie in de kerk? (16-11)
De derde gaat over: wat moeten we doen met toekomstvoorspellingen en persoonlijke boodschappen? (23-11)
En als laatste werd ik verrast door de rol van profetessen in de bijbel. Dat deel ik met jullie in het laatste blog van november, op 30-11.
De conclusie van de bloggen wil ik alvast met jullie delen:
Het is vreemd dat een verschijnsel dat in de hele bijbel zo’n belangrijke rol speelt als profetie, in de kerk vrijwel volledig uit beeld is geraakt. De redenen die worden aangevoerd voor het verdwijnen zijn flinterdun en gemakkelijk te weerleggen.
Het is extra vreemd omdat met de uitstorting van de Heilige Geest in principe iedereen kan profeteren, in tegenstelling tot de praktijk in het Oude Testament. Het zou daarom nodig zijn om te leren hoe je er mee om moet gaan en hoe je echt van onecht kunt onderscheiden. Maar in het verleden heeft de kerk ervoor gekozen deze gave liever te negeren dan haar in te bedden in de geloofspraktijk. Met name binnen de charismatische beweging zie je profetie weer een plek krijgen. Dat dit na duizenden jaren met vallen en opstaan gaat, mag duidelijk zijn. Maar laten we, al lerend van onze fouten, deze opbouwende gave van God weer erkennen en de ruimte geven binnen de gemeente.
“Wie een profeet ontvangt omdat hij een knecht van God is, zal dezelfde beloning krijgen als een profeet.”
Afbeelding: Philippulus uit Kuifje en de geheimzinnige ster