Pastors of Herders

Pastor is overgewaaid uit Engelssprekende landen en betekent herder. We kennen hier de Rooms Katholieke pastoor, maar vrijwel niemand werd herder genoemd. Met de komst van het woord pastor heeft nu ook de evangelische beweging een aparte aanspreektitel voor leiders. Daarvoor werden ze gewoon met broeder of zuster aangesproken, net als de rest van de gemeente.

Labels:

  • een pastor is de leider van de gemeente

  • een pastor bepaalt de koers van de gemeente

  • een herder is de zielzorger van de gemeente

Hoe je er ook tegenaan kunt kijken

Het grote voorbeeld van een herder is Jezus, die Zichzelf de goede herder noemt (Johannes 10). Hij verwijst daarmee naar Ezechiël 34 waar God de herders (de leiders) van het volk Israël een veeg uit de pan geeft omdat ze vooral voor zichzelf zorgen en niet omkijken naar het volk. En God zegt: “Ik zal over hen één Herder doen opstaan en Die zal ze weiden: Mijn Knecht David. Híj zal ze weiden en Híj zal een Herder voor ze zijn”(vs. 23).

De taak van een schaapsherder is veelzijdig. Als we dat naar de zorg voor de gemeente vertalen, dan betekent dit zorgen voor goed onderwijs (voedsel) en een veilige omgeving, gemeenteleden die afdwalen, opzoeken en terughalen, gemeenteleden die lichamelijk, geestelijk of emotioneel ziek of gewond zijn, verzorgen, maar ook gemeenteleden tegen elkaar beschermen: sterke schapen die zwakke schapen wegduwen, corrigeren.

Dit is enorm intensief werk. Ik heb me laten vertellen dat één man of vrouw maximaal 75 gemeenteleden op deze manier kan begeleiden. Omdat het zulk intensief werk is, zie je dat er vrij snel ‘herdershonden’ worden ingezet. Een herdershond helpt een herder om de kudde bij elkaar te houden en in een bepaalde richting te leiden. Een herdershond is getraind om de commando’s van de herder uit te voeren.

Het beeld van een herder met een kudde is gegeven om te schetsen hoe God een herder ziet. Het is niet gegeven als oproep aan de gemeente om zich als een kudde schapen te gedragen.

In mijn blog over de dominee heb ik al laten zien dat navolging ligt in het navolgen van het geloof van de voorgangers, en dus ook van pastors, alsof ze één van de vele geloofsgetuigen uit Hebreeën 11 zijn.

Daarnaast heeft iedereen in de gemeente gaven en talenten gekregen om in te zetten voor de groei en bloei van de gemeente. Het is de bedoeling dat iedereen actief meehelpt. Dat roept bij mij niet het beeld op van een kudde schapen die een beetje gedachteloos voor zich uit staat te kauwen en op commando van de herder in de goede richting loopt.

Als we ons realiseren dat van een pastor niet wordt verwacht dat hij of zij zijn gemeente als een kudde schapen behandelt en dat van de gemeente niet wordt verwacht dat ze zich als een kudde schapen gedraagt, kan iedereen weer ontspannen ademhalen.

De pastors kunnen ontspannen want zij hoeven niet langer een voorbeeld van een perfect christelijk leven te geven, want er is geen kudde die gedachteloos hun gedrag kopieert. Ze hebben net zo goed als de rest recht op hun fouten, frustraties en ‘bad hair days’, op kinderen die gewoon hun eigen willetje uittesten als ze 3 zijn en hun grenzen opzoeken als ze 16 zijn, op ongelovige familieleden of buren, op periodes dat ze net wat minder geïnspireerd zijn en op momenten dat ze bepaalde gemeenteleden het liefst achter het behang zouden plakken. Het zou nog mooier zijn als ze daar gewoon over durven te vertellen, omdat de gemeente erkent dat ze gewoon mensen zijn en niet het onmogelijke van hen eist. Dan ziet de gemeente meteen hoe geloof in de praktijk echt werkt.

De gemeenteleden kunnen ontspannen want zij hoeven zich niet meer op een bepaalde manier te gedragen om erbij te horen. Evangelische gemeenten worden wel eens vergeleken met een perzik: zacht van buiten, hard van binnen. Als je nieuw binnen komt dan worden er geen eisen aan je gesteld, je wordt geaccepteerd zoals je bent. Maar als je er echt bij wil horen, als je deel van de gemeenschap wil gaan uitmaken, zeker als je ambitie hebt om iets leidinggevends te gaan doen, dan stuit je al snel op de harde kern. Dan blijkt dat er forse eisen worden gesteld aan je gedrag, je opstelling en je loyaliteit. In de praktijk komt dat vaak neer op ‘follow the leader’: wat de pastors zeggen, dat doe jij.

Nu je je niet meer op een bepaalde manier hoeft te gedragen om erbij te horen, dan kan je zijn wie je echt bent zonder dat je je daarover schuldig hoeft te voelen of je het risico loopt om naar de zijlijn te verdwijnen. Dan kan je zeggen wat je wel graag doet en wat liever niet, omdat je in het één wel goed bent en in het ander niet, zonder dat er iets wordt gezegd over flexibiliteit en stretchen of een voorbeeld zijn.

Zo komt er weer balans in wat jij kan betekenen voor de kerk en wat de kerk kan betekenen voor jou. Zowel voor pastors als voor gemeenteleden. We zijn er voor elkaar en we doen het met elkaar, iedereen heeft daarin een rol. De een als trekker, de ander als duwer, de een als dromer, de ander denker, de derde als doener, de een meer als solist, anderen als teamspelers. Het is misschien niet zo efficiënt als een pastor die alles bepaalt voor een kudde, maar het doet wel meer recht aan de talenten van al die vrijwilligers die worden geacht mee te bouwen.

De pastor op de foto is Nadia Bolz-Weber, founding pastor of House for All Sinners and Saints, in Denver, Colorado, schrijfster van het boek “Accidental Saints: Finding God in All the Wrong People”.

Comments