Je hebt een goed salaris, maar aan het eind van je geld hou je regelmatig een stukje maand over. Je eet en drinkt volgens de laatste mode, maar je vrienden hebben al weer een nieuwe keuken ontdekt. Je hebt kleren zat, maar niets om aan te trekken. Dit gevoel is van alle tijden. 500 jaar voor Christus beschrijft Haggaï het al. Dat onvervulde gevoel werd bij zijn volk veroorzaakt omdat het hen niet lukte om de tempel te herbouwen. Ze waren er ooit aan begonnen, maar door allerlei tegenstand hadden ze het niet afgemaakt (Ezra 4 en 5). Ze waren ontmoedigd en hadden de hoop opgegeven dat het ooit nog wat zou worden. Teleurgesteld hadden ze het de rug toegekeerd. Ze waren hun eigen huizen, die ook in puin lagen, maar gaan opbouwen. Het resultaat is een onvervuld verlangen. Er is genoeg, maar toch kom je tekort. Er knaagt iets onbehagelijks ergens in je lijf, een soort hunkering, maar je kunt er niet echt de vinger op leggen.
Het had zo mooi kunnen zijn… . Hoe vaak denken we niet terug aan gemiste kansen, of aan kansen die we hadden willen hebben, maar nooit gekregen hebben? Pogingen die we ondernomen hebben, maar die niet gelukt zijn. Steun en aanmoediging die we gemist hebben. Wat als het anders was gelopen? Dan …. vul maar in.
De mensen die kansen hebben gemist, zitten hun kinderen achter hun broek: “Maak je huiswerk, doe je best, maak maar zin, doorzetten, niet opgeven, je kan het!”, zodat zij niet de fouten van hun ouders herhalen.
Mensen die keihard hebben gewerkt voor waar ze nu zijn, willen ook dat hun kinderen keihard werken. “Je bereikt alleen iets als je ervoor knokt.” “Je moet het zelf doen, niemand doet het voor je.” “Als jij er nu niet uithaalt wat erin zit, heb je later spijt.”
In de kerk wordt je verteld dat God een plan heeft voor je leven. “Hij heeft je gemaakt met een doel en een bestemming. Er liggen grote dingen voor je klaar!” “Als jij God op de eerste plek zet in je leven en je laat veranderen zodat je op Jezus gaat lijken, dan kan God je zegenen.” “Als jij je best doet, doet God de rest.”
En zo is iedereen het middelpunt van zijn eigen universum geworden, gericht op het eigen succes en de eigen behoeften. Wat succesvol is en waar we behoefte aan hebben, wordt ons dagelijks in allerlei media voorgehouden. En we slikken het als zoete koek. Iedereen wil rijk zijn, een groot duur huis hebben en een dito auto. Iedereen wil de eeuwige jeugd, er goed uitzien, merkkleding, spullen en nog meer spullen. Maar boven alles wil iedereen bewonderd worden. We willen dat anderen zien dat we het goed voor elkaar hebben en dat lukt het beste als wij hebben waar anderen naar verlangen.
Haggaï zegt dat dit nooit zal bevredigen. Er zal altijd ergens een onvervuld verlangen blijven, want, hoe succesvol iemand ook is, het is nooit genoeg, er is altijd meer om naar te verlangen. De enige oplossing is de focus te verleggen. Niet langer het eigen succes centraal stellen, maar het succes van de gemeenschap waar je deel van bent. In de tijd van Haggaï betekende dit samen de tempel weer opbouwen. De tempel was het symbool van het succes van (de God van) Israël. Hun vijanden hadden dit door en daarom hadden ze de herbouw tegengehouden. Haggaï spoort het volk aan om het er niet bij te laten zitten, maar om gezamenlijk in actie te komen.
Gezamenlijk in actie komen, betekent kinderen leren dat ze hun best moeten doen, maar ook dat ze kinderen in de klas kunnen helpen een goed resultaat te halen. Dat ze een opleiding kiezen die bij hen past en waarmee ze een goede boterham kunnen verdienen, maar dat ze ook iets voor de maatschappij kunnen betekenen.
Gezamenlijk in actie komen in de kerk betekent toegerust worden om in en buiten de kerk van toegevoegde waarde te kunnen zijn. God roept ons op om Hem lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf, en om alle volken tot Zijn discipelen te maken. Dit is ons doel, dit is onze bestemming, hier heeft God ons voor gemaakt, dit zijn de grote dingen die wij mogen gaan doen. In zijn boek ‘Doelgericht leven’, begint Rick Warren met: “Het gaat niet om u. Het doel van uw leven omvat veel meer dan uw persoonlijke vervulling of uw gemoedsrust, en zelfs meer dan uw geluk.”
Het gaat niet om ons. We hoeven niet langer bang te zijn dat we een hype missen, dat we achterlopen, of dat we niet voor vol worden aangezien. We hoeven niet bang te zijn dat we Gods plan met ons leven verknallen of zegeningen mislopen. Het enige dat gevraagd wordt is of we om ons heen willen kijken en verschil willen maken in de levens van anderen, zodat mensen om ons heen daar iets van God in kunnen herkennen.
Het onvervulde verlangen dat dan eventueel nog blijft, heeft betrekking op de ander.
Het schilderij is ‘Melancholie’ door Edvard Munch