“Is uw God dood?” vroeg George Yancy zich af in een artikel. Een intrigerende vraag die een heel scala aan beelden bij mij opriep. Zoals de verhalen in het Oude Testament waar de winnaar van een oorlog duidelijk de sterkste God had. Als je de oorlog verloor of als er een ziekte uitbrak in het land of je werd getroffen door ander ongeluk of rampspoed, dan faalde jouw God.
Of het verhaal uit Jesaja 44 waar iemand een boom kapt, van de ene helft een lekker vuurtje stookt en van de andere helft een beeld maakt en dan verwacht dat dat beeld van alles voor hem gaat doen. Als er niets gebeurt kan je je afvragen: “is uw god dood?”
‘Het is stil aan de overkant’….
Laatst zongen we in de dienst “There is power in the name of Jesus”. Een mooi lied, maar ineens vroeg ik mij af wat ik daarvan terug zie om mij heen. Het is advent, we verwachten de komst van Christus. Het is buiten wel donker, maar er komt een groot stralend licht. Het licht dat de duisternis heeft overwonnen – zegt de bijbel, maar het is soms nog verrekte donker in deze wereld. Waar is die kracht die verlost en bevrijdt? Die sterker is dan de dood?
Zou onze God toch dood zijn? Was het toch een ‘God of the gaps’? Een God om alles wat we niet begrepen te verklaren? Maar nu we alles weten en (vrijwel) alles kunnen, hebben we God niet meer nodig. En als we niet meer in God geloven, gaat God dood. Net als Tinkerbell.
We kunnen God geruststellen, dat we wel in Hem geloven, dat Hij niet van de aarde zal verdwijnen, dat we de herinnering aan Hem levend zullen houden in onze erediensten. We geven dit geloof door van generatie op generatie, we leren onze kinderen de liederen en de gebeden en bijbelteksten en de geschiedenis van het volk Israël. Zo houden we de God van Abraham, Isaak en Jacob levend, de Vader van onze Here Jezus.
Maar is dat ‘power’? Is dat licht en overwinning? Wat doet het geloof met al die mensen die iedere week in de kerk zitten? Het zou leuk zijn om dat eens te vragen na afloop van een dienst. Ik vermoed dat de meesten je iets vertellen over hoe ze opgebouwd zijn, of getroost of iets nieuws hebben geleerd. Dat ze aan het denken zijn gezet en misschien vanaf nu iets gaan veranderen in hun leven. En dat ze daarvoor de kracht van God nodig hebben.
Anderen geloven in grote veranderingen die God gaat bewerkstelligen in hun leven. God gaat wonderen doen. Dingen die nu niet prettig zijn, worden beter. Hun relaties worden beter, hun baan, hun financiële situatie, enz. Zij verwachten op die manier de kracht van God te zien werken.
Is dat waar het om gaat bij kracht en overwinning? Leeft God om ons een prettig leven te geven of om ons door de week heen te slepen naar de volgende zondag?
Dat is niet wat ik lees in de bijbel. Ik lees dat wij leerlingen van Jezus zijn en dat we erop uit moeten gaan om anderen ook tot leerlingen van Jezus te maken. Wij leren van Jezus en wat we leren, geven we weer door. En Jezus bemoedigd ons door te zeggen: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde en Ik ben met je” (Matteüs 25:18-20).
Het meest bekende beeld van Jezus is de crucifix, de gekruisigde Jezus, de man van smarten, de lijdende God, de God die stierf aan de zonde van deze wereld. Wat kunnen we daarvan leren?
Een ander bekend beeld is de goede Herder. De man die opzoek gaan naar het verloren schaap en die feestviert als Hij het gevonden heeft. Wat kunnen wij daarvan leren?
De evangeliën staan vol met verhalen van Jezus die uitreikt naar degenen die door de maatschappij naar de rand werden geduwd of niet voor vol werden aangezien: bedelaars, hoeren, verraders, weduwen, zieken, armen, kinderen. Hij omarmt ze, raakt ze aan, vergeeft ze, geneest ze, zegent ze. Wat kunnen wij daarvan leren?
Als het niet meer lukt om van Jezus te leren, als we even niet meer weten hoe Zijn liefde voelt, als we niet meer Zijn bewogenheid kennen of Zijn barmhartigheid kunnen opbrengen, dan is Hij in ons dood gegaan. We hebben dan een dood geloof zoals Jacobus dat noemt (2:14-16).
En dat overkomt ons allemaal van tijd tot tijd. Dat we het even kwijt zijn. Dat we op de automatische piloot geloven. Gewoon bidden, gewoon bijbellezen, gewoon naar de kerk. Niks mis mee, maar ergens mis je iets. Je weet dat er meer is, maar je kunt er niet bij.
Wat je dan mist is leven.
Uw God lijkt wel dood.
Misschien is God wel weg omdat we niet goed genoeg hebben geloofd, of omdat we beter ons best hadden moeten doen, zoals Jezus. Ons geloof is dood, God is dood.
Jezus is opgewekt uit de doden. Ook op dit gebied kunnen wij van Hem leren. Zoals Hij erop vertrouwde dat de dood niet het laatste woord zou hebben, zo mogen wij dat ook. Die opstandingskracht is ook voor ons beschikbaar. Iedere keer als het leven er een beetje uit is, ligt nieuw leven binnen handbereik. Want God is niet dood, alleen ons geloof is dood.
God is geen Tinkerbell, Hij is niet afhankelijk van ons geloof om in leven te blijven.
Hij is God, de eeuwige. Hij was, Hij is en Hij zal zijn.
Niet in de eerste plaats om ons een prettig leven te bezorgen maar om via ons die ander te bereiken voor wie Hij nog dood is.