Ik geloof, maar wat doe ik? – 3

We geloven dat onze zonden zijn vergeven en we geloven dat we een nieuwe schepping zijn. Bij ‘nieuwe schepping’ denken we ‘beter mens’ en daarom hebben we vaak het idee dat we ons als betere mensen moeten gaan gedragen. ‘Wees heilig want Ik ben heilig’.

Daarnaast geloven we dat we uit onszelf nooit heilig genoeg kunnen worden om bij Gods heiligheid in de buurt te kunnen komen. We zullen altijd blijven zondigen, we zullen altijd blijven falen, maar we geloven ook dat God eindeloos genadig is en ons altijd vergeeft.

Als we dit geloven, waarom maken we dan zo’n probleem van onze zonden? Waarom zijn we continue bezig om een beter mens te worden, terwijl we weten dat ons dat nooit zal lukken?

Een nieuwe schepping zijn, betekent dat we opnieuw zijn geboren, onze geest is levend gemaakt. We waren kinderen van onze aardse vader, gewoon van vlees en bloed en nu zijn we ook kinderen van de hemelse Vader, geestelijke wezens, opgewekt door de Heilige Geest, instaat om contact te hebben met Hem. Hij leeft in ons, wij leven in Hem. Dit maakt ons andere mensen, maar niet noodzakelijk betere mensen. We zijn nog steeds van vlees en bloed.

Onze opdracht is ook niet om aan onszelf te werken – dat doet de Heilige Geest in ons – onze opdracht is God lief te hebben met alles wat in ons is, op Hem gericht te zijn en in onze omgeving uit te delen wat we van Hem ontvangen.

“Alleen wie met Mij verbonden blijft – zoals Ik met hem – draagt rijkelijk vrucht, want los van Mij kunnen jullie niets.”

Comments