het leven vs de dood

Het loon van de zonde is de dood (Romeinen 6:23), maar Jezus is gekomen om ons het leven te geven in/ en overvloed (Johannes 10:10). Dit heeft niet alleen te maken met het leven na dit leven, maar ook met het hier en nu.

De dood is niet iets dat zich in één keer voltrekt. In de loop van je leven sterft er af en toe al een stukje van je. Als een droom in duigen valt, sterft er een stukje hoop, als je leven op z’n kop wordt gezet door een ingrijpende gebeurtenis, sterft er een stukje vertrouwen, als je belazerd bent, sterft er een stukje onschuld en met het overlijden van een geliefde gaat er ook van jou een stukje dood. Zo onbevangen als een klein kind in de wereld staat lukt je als twintiger al bijna niet meer, laat staan als je 60 + bent. Daarvoor is er teveel kapot gegaan.

Toch zegt Jezus dat “wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het beslist niet binnengaan.” (Markus 10:15) Dat is een probleem, want op een gegeven moment ben je gewoon geen kind meer. Het schijnt dat mannen vrij lang kind blijven, maar ook bij hen is er op een gegeven moment iets van cynisme, bitterheid, hardheid, angst of onzekerheid te vinden.

Gelukkig vraagt God nooit iets van ons waar Hij niet eerst zelf in heeft voorzien. De vraag is dus niet hoe we het voor elkaar kunnen krijgen om kind te zijn, maar hoe we dit kunnen ontvangen.

Geeft worden als een kind leven in overvloed?

Kijk maar naar kinderen die nog niet eens tot tien kunnen tellen. Voor hen is de wereld nog één grote bron van vermaak en het leven een grote ontdekkingsreis. Alles is nieuw en gevaar bestaat eigenlijk nog niet. Ze hoeven zich geen zorgen te maken om eten of drinken, waar ze zullen slapen of wat ze zullen aantrekken. Verantwoordelijkheid is een onbekend begrip, net als toekomst, economie, politiek of religie. Ik zou dat overvloed willen noemen, zo vrij en gelukkig wordt je nooit meer.

Dit leven is dus voor ons weggelegd, maar ook hier en nu al? Zou dat kunnen, weg van een leven waar er steeds een stukje van je sterft, naar een leven van vertrouwen, hoop en liefde? Van een leven van afbraak naar een leven van heling, vernieuwing en groei? Van eenzaamheid naar verbondenheid, van angst naar liefde?

“ Jezus antwoordde: Luister goed! Ik zeg je dat je alleen bij het Koninkrijk van God kunt horen als je opnieuw geboren bent. (…) je kan het Koninkrijk van God alleen binnen gaan als je geboren wordt uit water en uit de Geest. Anders niet. Uit een mens wordt menselijk leven geboren. Maar uit Gods Geest wordt geestelijk leven geboren. Het is dus niet vreemd dat Ik zeg dat jullie opnieuw geboren moeten worden.” (Johannes 3:3-7 BB)

Hoe wordt je weer een kind? Opnieuw geboren worden dus. De geboorte van Gods Geest in jou, waardoor je toegang krijgt tot een hele nieuwe dimensie die Koninkrijk van God of Koninkrijk der hemelen genoemd wordt.

Het enige dat jij als ontvangende kant hoeft te doen is jouw geest openstellen voor Gods Geest door te geloven dat Hij bestaat. Of door de uitdaging aan te gaan om Hem te laten bewijzen dat Hij bestaat.

God doet de rest.

Bij de een zal dat resulteren in een proces van langzaam ontdekken en groeien, de ander zal een soort ‘Paulus bekering’ ervaren; een radicale verandering van inzicht en denken. Allebei resulteren ze in een verbondenheid met God van waaruit je gaat leren te leven.

Je gaat stukje bij beetje God en jezelf leren kennen. Hoe meer je van God leert kennen, hoe meer je Hem leert vertrouwen, hoe meer je leert hopen, geloven en lief te hebben, hoe meer wonden er genezen en breuken er helen. Kortom, je bent een nieuwe schepping, zoals de bijbel dat noemt.

Ik heb me regelmatig afgevraagd of dit wel klopt, want zo nieuw voel ik me niet altijd. Ik maak me gewoon zorgen, krijg gewoon problemen en loop gewoon de nodige deuken op in dit leven. Ik zou best zo zorgeloos als een kind willen zijn, maar realiteit is dat ik een volwassene ben met verantwoordelijkheden in een kille wereld in plaats van het paradijs.

Toch kan ik iedere keer weer terug naar die Schuilplaats, naar die Rots, om even op adem te komen, om getroost en geheeld te worden en om nieuwe kracht te krijgen om door te gaan.

Een hemel op aarde hebben we nog niet, maar wel af en toe een voorproefje van wat het gaat worden. Een kind kunnen we niet altijd zijn, maar we kunnen wel altijd terugvallen op onze Vader.

Het eeuwige leven begint nu al. ‘Nu kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar eens zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.’ (1 Korinthe 13:12)

Dit leven is sterker dan de dood. Als er iets doodgaat in mij, is dat niet het einde, maar juist een nieuw begin. Nadat ik heb gerouwd om het verlies, blijkt er ruimte te zijn voor nieuwe dingen.

De kracht die Jezus heeft opgewekt uit de doden is in mij geboren. Die bron van leven draag ik permanent bij me. Het geeft me de veerkracht van een kind: ik weet dat het goedkomt, want ik heb geleerd te vertrouwen.

Comments