Diakenen

Vrijwel alle kerken hebben diakenen. Ze ‘bedienen de tafels’, oftewel helpen met het avondmaal, ze halen de collecte op en gemeenteleden met financiële problemen kunnen bij hen terecht.

Labels:

  • Diakenen zijn vooral praktisch bezig

  • Diakenen zorgen voor de armen

  • Er is niet veel te zeggen over diakenen, de bijbel is er heel duidelijk over

Hoe je er ook tegenaan kunt kijken:

Het woord diaken komt in allerlei vormen voor in het Nieuwe Testament en heeft meestal te maken met dienen, bedienen en bediening.

In Handelingen hebben we de bediening van het apostelschap (1:25), de dagelijkse bediening van de tafels (6: 1) en de bediening van het woord (6:4). In 2 Korintiërs 3:1-8 gaat het over de bediening van het Nieuwe Verbond en de bediening des Geestes, in hoofdstuk 8:4 en 9:1 gaat het over dienstbetoon voor de heiligen.

Paulus noemt zichzelf en ook Apollos een dienaar (1Korintiers 3:5), maar ook ene Stefanas, heeft zich ten dienste van de heiligen gesteld. Dit dienen is geen ondergeschikte rol, maar een vorm van leiderschap. Paulus roept de Korintiërs op om zich ‘onder zulke mensen te stellen’, net als onder anderen die helpen en meewerken (1 Korintiërs 16:15, 16).

In dit licht bezien kun je je afvragen wat diacones Febe in Rome ging doen (Romeinen 16:1-2) en wat nou precies de taak van ‘de zeven’ was.

Wij noemen de mannen die worden aangesteld als helpers van ‘de twaalf’, diakenen, maar de bijbel noemt ze alleen bij hun naam, of heeft het over ‘de zeven’.

Wat er aan de hand is in de vroege kerk weten we niet precies. De Grieken voelen zich achtergesteld bij de Joden en melden dat hun weduwen worden achtergesteld bij ‘de dagelijkse bediening van de tafels’. Het blijkt dat de 12 apostelen het daar te druk voor hebben.

“Zie daarom uit naar zeven mannen uit uw midden, van wie men een goed getuigenis geeft, vol van de Heilige Geest en van wijsheid, die wij voor deze noodzakelijke taak zullen aanstellen. Wij (de twaalf) echter zullen volharden in het gebed en in de bediening van het Woord. (…) en zij kozen Stefanus, een man vol van geloof en van de Heilige Geest, Filippus,” en nog 5 anderen (Handelingen 6:3-5).

Als het hier zou gaan om het uitdelen van eten, waar je al snel aan denkt als het over tafels gaat, waarom zoek je dan naar mannen ‘vol van de Heilige Geest en van wijsheid’?

En waarom is het eerste wat je leest nadat de zeven zijn aangesteld: “En Stefanus, vol geloof en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk” (vers 8)?

Het eerste wat we over Filippus lezen is dat hij in de stad Samaria kwam en daar over Christus vertelde. Grote groepen mensen luisterden naar hem en ze zagen de grote wonderen die hij deed (Handelingen 8:5-7).

Dit doet mij wel denken aan het ondersteunen van apostelen (zie mijn blog over apostelen en evangelisten), maar niet aan arme weduwen te eten geven.

Paulus geeft een rijtje kenmerken waaraan diakenen moeten voldoen in 1 Timoteüs 3 en sluit af met

“Want zij die hun dienst goed verricht hebben, maken dat zij hoog staan aangeschreven en veel vrijmoedigheid verkrijgen in het geloof in Christus Jezus” (1 Timoteüs 3:13). Wat die dienst dan precies inhoud wordt ook hier niet verteld.

In 2 Korintiërs 8:4 en 9:1 gaat het over dienstbetoon voor de heiligen. Daarmee doelt Paulus op de collecte die voor de gemeente in Jeruzalem wordt opgehaald. Daar herkennen we een beetje ‘onze’ diakenen in: een collecte ophalen en zorgen dat mensen met een financiële nood ondersteuning krijgen.

Maar een diaken, een dienaar, kan dus veel meer zijn dan dat. Stefanus en Filippus waren wijs en vol van de Heilige Geest. Ze preekten, vertelden het goede nieuws, en tekenen en wonderen volgden hen. Ze hadden een leidinggevende positie in de gemeente en werkten zij aan zij met de apostelen. De apostelen bedienden het woord, de diakenen de tafels – onder andere.

Ook de manier waarop diakenen zich manifesteren in het Nieuwe Testament is dus niet eenduidig, net als alle andere rollen en posities die we zijn langsgelopen. De vroege kerk was zeker gestructureerd en georganiseerd, maar vooral omdat het in de praktijk nodig bleek, niet omdat er een theologie over ambten aan ten grondslag lag. Apostelen, profeten, herders, leraars, evangelisten, voorgangers, overzieners en diakenen hadden twee doelen: het goede nieuws van de komst van de Messias en de verlossing van het kwaad verspreiden en gelovigen onderwijzen en ondersteunen zodat zij ook instaat zouden zijn om het goede nieuws te verspreiden.

Als we een voorbeeld willen nemen aan de vroege kerk, laat het dan zijn in hun pragmatische oplossingen voor de vragen en problemen waar ze tegenaan liepen. En laat het zijn in hun enorme enthousiasme voor de boodschap die ze verspreidden en hun liefde voor Jezus Christus die groter was dan de liefde voor hun eigen leven.

Comments