De valkuil van Gods wil

In de film “The Kingdom of Heaven” staat een groep religieuze leiders te roepen “God wills it”. Zij willen oorlog voeren en God wil dat ook – zeggen ze. In de film, die gaat over de kruistochten, zie je hoe Gods wil als argument gebruikt wordt in machtsspelletjes om persoonlijke agenda’s of eigen belang te dienen. Maar ook nu, dik 1000 jaar later, slaan we elkaar met Gods wil om de oren om zo onze mening kracht bij te zetten.

De bijbel wordt omschreven als het woord van God, maar ook als een zwaard (2 Timoteüs 3:16,17, Efeziërs 6:17, Hebreeën 4:12). Die combinatie maakt de bijbel in de handen van sommige christenen tot een dodelijk wapen. Op hun persoonlijke kruistochten worden de nodige ‘heidenen’ neergesabeld met bijbelteksten, maar ook heel wat christenen zijn verwond geraakt door dit ‘friendly fire’. In de ene flank van het protestantisme wordt ons verteld dat we smart op smart te vrezen hebben als we de wegen des Heeren verlaten en Zijn geboden overtreden, in de andere flank krijgen we te horen dat God ons zegent als we in Zijn wil wandelen, maar als we uit zijn nabijheid lopen door te zondigen, dat Hij ons dan niet meer kan beschermen. Beide richtingen hebben heel scherp wat Gods wil is, waarbij de ene richting benadrukt dat je eigenlijk niet in staat bent om iets goeds te doen, terwijl de andere richting benadrukt dat je een heel gezegend leven kunt leiden als je de goede keuzes maakt.

Hoe weten we nu wat Gods wil echt is? Kunnen we dat wel weten, als mensen de boodschap van de bijbel zo verschillend uitleggen? Misschien moeten we uitzoomen, weg van de details, en de grote lijn zoeken. Laten we kijken naar het begin en het eind van de bijbel, het begin en het eind van de tijden, als alles is zoals God het wil.

In het begin, in Genesis 1 en 2, wordt beschreven hoe Gods ideale wereld eruit ziet en wat Gods plan is met de mensen. God maakt een wereld die leeft, die beweegt, die zich vermenigvuldigd en die goed is. Deze wereld geeft Hij aan de mensen. Het wordt hun verantwoordelijkheid om er voor te zorgen. En aan het eind van een dag komt God in de avondkoelte langs om met de mens te wandelen.

Aan het eind, in Openbaring 21 en 22, zal alles weer nieuw en goed zijn en God zal weer bij de mensen wonen, maar God regeert. Er is dan geen verdriet, geen ziekte en geen dood meer.

Dit is Gods wil en dit gaat ook gebeuren, maar daar zijn we nu nog niet.

Tussen Genesis en Openbaring is er een keerpunt in de geschiedenis geweest waardoor het einde nu wel in zicht is. In Genesis heeft de mens Gods goede schepping verpest door het kwaad toe te laten, met de dood als gevolg. Hierdoor is God op een afstand komen te staan, want goed en kwaad mengen niet. Maar God, mens geworden, heeft de dood en daarmee het kwaad overwonnen. Het kwaad is nu zijn greep op de mens kwijt en de mens kan weer in contact komen met God. God kan nu als Heilige Geest in de mensen wonen. Dat is een soort voorlopige voorziening totdat alles hersteld is (2 Korintiërs 1: 22, Efeziërs 1: 5,13,14).

Ondertussen doen mensen hun best om Gods wil te doen, omdat Gods wil het goede is en daarmee de invloed van het kwaad beperkt. Dat is ook het gezamenlijke doel van de beide protestante flanken. Alleen ze dreigen daarmee in een valkuil te trappen: ze gaan Gods wil en daarmee God zelf in wetten en regels proberen te vangen: Als je dit doet, dan zal God je zegenen, als je dat doet, dan zal God je straffen.

Dat hebben ze niet zelf bedacht, dat komt uit het Oude Testament, het Oude Verbond, dat God sloot met het volk Israël. Dit verbond, dit contract, was gesloten met het oog op de komst van de Messias die dat keerpunt in de geschiedenis zou brengen. Nu dat keerpunt bereikt is en we een ‘voorlopige voorziening’ hebben gekregen in de vorm van de Heilige Geest, hebben we ook een nieuw verbond, een nieuw contract, gekregen. God woont in ons en daardoor weten we direct wat Hij wil. (Jeremia 31:33, Hebreeën 10:16) De wetten en regels van het oude verbond zijn daardoor niet meer nodig om te weten wat God wil. Een wet kan zelfs onrechtvaardig uitpakken als niet naar de geest van de wet, maar naar de letter wordt gehandeld(2 Korinthe 3:6). Daarom hamerde Jezus ook zo op de liefde als grootste gebod en op barmhartigheid (Matteüs 22:38-40; 23: 23).

Gods wil ontdekken in een dode letter is dus niet goed mogelijk. Jezus laat in de Bergrede (Matteüs 5-7), maar ook op veel andere momenten in Zijn leven, zien dat Gods prioriteiten toch anders liggen dan altijd gedacht was. Het ging niet om de regels zelf, maar om de principes die erachter lagen, zoals ‘de sabbat is er voor de mens, niet de mens voor de sabbat’. (Marcus 2:27)

En dat is precies waar Gods Geest bij helpt. Hij helpt om verder te kijken dan de regels en om te zien wat de geest, wat de bedoeling, van de regels is.

“Laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen”, zegt Paulus tegen de Galaten die meenden dat ze zich aan de wet moesten houden (5:1). Als je door de Geest geleid wordt, val je niet onder de wet (vs 18), sterker nog, de Geest geeft je liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing (vs 22). Allemaal eigenschappen die de wet wel van je vraagt, maar je niet kan geven.

Dit maakt ons vrij. Vrij van andermans regels, vrij van manipulatie door mensen die menen te weten wat Gods wil is.

“Laat iedereen gewoon doen wat volgens zijn eigen geweten goed is. Want niemand van ons leeft voor zichzelf. En ook niemand van ons sterft voor zichzelf. Want als we leven, leven we voor de Heer. En als we sterven, sterven we voor de Heer.” (Romeinen 14:5,7,8)

Comments