Vierde blog in de serie profeten en profetie. Na het inleidende blog ging het over wat is profetie, welke soorten zijn er in de bijbel, is het nog van deze tijd en in welke vorm functioneert het in de gemeente.
Wat moet je met onheilsprofeten die rampen en oordelen voorspellen, of ‘helderzienden’, die een kerk of een individu vertellen wat er op korte of langere termijn gaat gebeuren. Hoe weet je of ze ‘echt’ zijn? Zijn hun indrukken gebaseerd op inspiratie van God of hun eigen wensdenken?
Over de onheilsprofeten kan ik kort zijn: Als iemand een overstroming voorspelt, of de derde wereldoorlog, of andere ellende en er zit geen boodschap bij die oproept om terug te keren naar God samen met een boodschap van hoop (zie mijn 2e blog), dan kun je er niets mee. En, als je je leven zou veranderen wanneer je weet dat er over een half jaar iets vreselijks zal gebeuren, is het dan niet verstandig om het sowieso te veranderen, ook al gebeurt er niks?
De reactie op rampen-voorspellingen is meestal niet dat mensen hun gedrag gaan veranderen, maar dat ze gaan ‘doomsday preppen’. Ze gaan voor zichzelf zorgen in plaats van te proberen een verandering in de maatschappij te bewerken.
De ‘helderzienden’ ofwel ‘sprekers-met-profetische-bediening’ doen soms denken aan Derek Ogilvie. Ook al krijgt de christelijke variant geen boodschappen van iemands dode opa, maar van de Heilige Geest, het concept is aardig vergelijkbaar. De, vaak rondreizende, spreker staat voor de zaal en heeft een boodschap voor zomaar iemand uit het publiek. Mensen komen speciaal naar dit soort bijeenkomsten om iets te horen over zichzelf. Ik heb er aardig wat bijgewoond en er zijn mij een paar dingen opgevallen.
Het overgrote deel van de sprekers-met-profetische-bediening zijn mensen met een diep, levend geloof in Christus, een groot empathisch vermogen en een ruime hoeveelheid mensenkennis. Door deze combinatie van gaven zijn ze in staat om mensen te bemoedigen die ze nog nooit eerder gezien hebben. Ik geloof zeker dat ze geïnspireerd zijn door de Heilige Geest, maar welk deel van de boodschap van henzelf is en wat van God komt, is nooit met zekerheid te zeggen. Hun woorden zorgen er vaak wel voor dat mensen dichter bij God komen en opgebouwd of getroost worden. Vanwege die vrucht zou ik het positief willen benaderen.
Een klein deel van de sprekers-met-profetische-bediening zijn charlatans. Ze beloven koeien met gouden horens aan iedereen die het maar horen wil. Ze vinden het geweldig dat mensen naar hen opkijken en staan er vooral voor zichzelf en hun inkomen.
Zoals de meeste mensen ben ik nieuwsgierig naar mijn toekomst en wat God daarover tegen me wil zeggen. Heeft Hij iets bijzonders voor mij? Vindt Hij me bijzonder genoeg om aan een profeet een boodschap door te geven? Meestal was er geen boodschap voor mij en als er wel iets was, dan was het vaak zo algemeen dat het voor iedereen kon gelden, of het was iets dat ik al wist. Dit stelde me teleur en maakte me verdrietig, totdat ik me realiseerde dat algemene boodschappen zoals ‘je bent een vrouw van God’ of ‘God houdt heel veel van jou’, kostbaarder zijn dan een voorspelling van een hele succesvolle toekomst.
Ik moest wat meer volwassen worden om te kunnen zien dat een toekomst met alles wat ik zou wensen, maar zonder de zekerheid van Gods liefde, geen wenselijke toekomst is. En als je weet dat je een toekomst hebt met God, dan is het niet echt belangrijk wat daar precies gaat gebeuren.
Het psychologische effect van de sprekers-met-profetische-bediening is heel groot. Mensen hebben vragen en verwachten antwoorden, waarschijnlijk zoals men in het Oude Testament naar profeten ging, zoals men in de vroege kerk naar profeten ging (zie blog 2 en 3). Als men dan een antwoord krijgt, dan is dat heel veel waard: God heeft immers gesproken? Dit legt een enorme verantwoordelijkheid bij de sprekers-met-profetische-bediening. Ze kunnen iemand opbouwen en dichter bij God brengen, maar ook iemand (bijna) van zijn geloof afhelpen. In Deuteronomium 18:18-22 staat dan ook dan een profeet die zelf dingen verzint ter dood gebracht moet worden. We leven nu gelukkig in de tijd van genade, maar een valse profeet moet wel monddood gemaakt worden. Hierin ligt een belangrijke taak voor de leiding van een gemeente.
Wat doen we dus met zieners en toekomstvoorspellers?
Blus de Geest niet uit, Veracht de profetieën niet. Beproef alle dingen, behoud het goede. (1 Tess. 5:19-21) Profeten zijn en blijven mensen. Ze hebben een gave, maar ze zijn niet onfeilbaar.
Als een profetie onzin is, dan moet dat duidelijk gezegd worden, is een profetie echt een boodschap van God, dan moeten we er naar luisteren. Zelf geef ik de voorkeur aan advies en raad zoeken binnen de eigen gemeente boven inzichten van een vreemde. Zoals ik in blog 3 heb laten zien, zijn er binnen je kerk zeker mensen waar je terecht kunt voor ‘een woord van God’. Dat kan een bijbeltekst zijn, een arm om je schouder, een schop onder je kont, of gewoon een goed gesprek.