Gezondheid staat altijd in de top 3 van lijsten met belangrijke dingen in het leven. Mensen die ernstig ziek zijn, slikken medicijnen met vervelende bijwerkingen, ondergaan operaties en andere pijnlijke behandelingen of volgen strikte diëten, om te genezen of in leven te blijven. Een aantal van hen zoekt ook naar genezing in het alternatieve circuit van gebedsgenezers en dergelijke. In de bijbel staan veel genezingswonderen beschreven. In het Nieuwe Testament wordt gezegd dat er mensen zijn met een speciale gave van genezing. Hoe gaan we in de kerk om met deze mensen?
Labels:
- Mensen met de gave van genezing noemen we tegenwoordig artsen.
- De gave van genezing was alleen voor de vroege kerk, toen er nog geen kerk of bijbel was.
- Mensen met de gave van genezing hebben een speciale bediening die de lokale kerk overstijgt.
Hoe je er ook tegenaan kunt kijken
“Als je het evangelie verkondigt zal je zieken de handen opleggen en zij zullen genezen”, belooft Jezus (Marcus 16:15-18). De oudsten krijgen de opdracht om te bidden met mensen die ziek zijn in de kerk, “en hun gelovig gebed zal de zieke oprichten”, zegt de broer van Jezus (Jakobus 5:14, 15). En dan zijn er nog ‘gaven van genezingen’ die aan sommigen gegeven worden volgens Paulus (1 Korintiërs 12:9).
Apostelen die zieken de handen opleggen zie je niet veel meer tegenwoordig, vooral veroorzaakt door een gebrek aan apostelen in onze contreien. Onder evangelisten komt het nog wel eens voor, maar de meeste evangelisten in de westerse wereld geloven niet dat dit onderdeel is van hun takenpakket. Ga je kijken bij evangelisatie bijeenkomsten in bijvoorbeeld India of Afrika, dan krijg je een heel ander beeld.
Het mooie van handoplegging is dat het heel persoonlijk is. Je kijkt iemand in de ogen, je raakt iemand aan, je kunt meteen inspelen op vragen en noden, je kunt geruststellen, uitleggen, Gods liefde doorgeven.
Oudsten die zieken de hand opleggen is bezig aan een come back. Het is best lastig om het te vragen en om het te doen, want alhoewel er in de bijbel een garantie voor succes gegeven lijkt te worden, is dat naar ons oordeel lang niet altijd het resultaat. Althans, als je lichamelijke genezing als enige resultaat telt. Gezond maken, of behouden zoals in de grondtekst staat, en oprichten, heeft zeker in het kader van vergeving van zonden, waarin het hier geplaatst is, een veel bredere betekenis dan alleen het verdwijnen van een ziekte en je bed weer uit kunnen komen. Ook hier is de persoonlijk aandacht, het persoonlijke belijden, de aanraking, het elkaar in de ogen kijken en de nabijheid weer heel belangrijk. Had je in Oudtestamentische tijden gezondigd, dan bracht je een offer en was je zonde bedekt. Maar zo werkt het niet meer. Er moet nu een relatie herstelt worden. Jezus heeft van Zijn kant de stap naar ons gemaakt, maar soms hebben we hulp nodig om die stap terug naar Hem te maken. Dan kan het heel bevrijdend zijn als iemand anders je in de naam van de Heer zalft met olie en je zegt dat je zonden vergeven zijn.
Zouden mensen met de gaven van genezingen een aparte groep zijn, of is dit een combinatie van de groepen hierboven? Ik geloof niet dat het antwoord op die vraag heel belangrijk is. Paulus zegt dat God op veel verschillende manieren werkt, zo verschillend zelfs, dat men zich afvroeg of het wel één God was die dat allemaal bewerkstelligde (1 Korintiërs 12: 4-11). Als God zoveel verscheidenheid geeft, op de tijd die Hij wil, aan de mensen die Hij wil, waarom willen wij dan overal grip op hebben, alles in kaders zetten, afbakenen, begrenzen, benoemen, begrijpen, structureren, in banen leiden, voorspellen, vasthouden?
Waarom kunnen we niet gewoon accepteren en waarderen wat we krijgen? Of dat nu lichamelijke, geestelijke of emotionele genezing is, bemoediging, steun, kracht, heelheid, troost, liefde of nabijheid. Of dat nu rechtstreeks van God komt of via mensen, gelovigen of ongelovigen.
Waarom vinden we dat alleen lichamelijke genezing telt, en dan liefst met doktersverklaring? Wij die toekijken bepalen wat genezing is, niet degene die genezen is. Die kan zoveel beweren. Het kan weleens goedgelovigheid zijn, of inbeelding, of aandachttrekkerij, of een leugen, want er is niks genezen. We kunnen keihard zijn tegen mensen die blij zijn dat God iets in hun leven heeft gedaan.
Waarom kunnen we niet blij zijn met de blijden? Als iemand zich beter voelt zich na gebed of handoplegging, dan is dat toch reden om blij te zijn? Dat is toch geen reden voor wantrouwen?
En als iemand zich na een week weer beroerd voelt, dan is dat toch een reden om samen te wenen, omdat iets wat zo mooi was, weer weg is? Dat is toch geen reden om iemand de schuld te geven? “De bidder of de lijder geloven niet goed genoeg”, “er zal wel een verborgen zonde zijn”, “je hebt je genezing laten afroven”, dat soort vreselijke uitspraken.
Omdat ík God niet begrijp, omdat míjn geloof tekort schiet, omdat ík hier geen antwoord op heb, verberg ik mijn machteloosheid achter veroordeling of dogma’s. Ik kan niet meer genieten van wat God doet in het leven van anderen en ik geloof niet dat Hij iets in Mijn leven gaat doen. Dis is zo zonde!
Ik geloof dat mijn God is de schepper van hemel en aarde, dus Hij is machtig genoeg is om te genezen, maar Hij doet het niet altijd. Er staan beloften van genezing in de bijbel, maar het gebeurt niet altijd. Waarom? Geen idee. Doet dat pijn? Jazeker! Begrijp ik dat? Nee, helemaal niet. Het blijft een raadsel totdat ik Hem van aangezicht tot aangezicht zie en Hem ken zoals Hij mij kent. Tot die tijd blijven geloof, hoop en liefde, en de meeste van deze is de liefde. (1 Korintiërs 13: 12-13)