Schuin tegenover mij
zit een ‘vierde wereldwinkel’. Jarenlang had ik geen idee wat het
was. Ze waren tegen armoede, stond er in de etalage. Ja, wie niet,
dacht ik, maar wat doe je eraan? Vechten tegen armoede is net als
vechten tegen windmolens. Zonde van de tijd en energie.
Totdat ineens het
muntje viel.
Waarom vinden we het
eigenlijk normaal dat er armoede is? Waarom denken we dat het hun
eigen schuld is als mensen arm zijn? Wie heeft ons verteld dat er
geen geld is om iedereen van een fatsoenlijk inkomen te voorzien? Wie
heeft bepaald dat het ene soort werk meer waard is dan het andere
soort werk? Wie heeft bedacht dat bedrijven goed bezig zijn als ze
besparen op personeel zodat hun winst nog hoger wordt? Waar komt het
idee vandaan om arbeid te belasten in plaats van winst? Waarom vinden
we het goed dat bepaalde mensen, families of bedrijven zoveel geld
hebben dat ze niet eens meer de mogelijkheid hebben om er nog iets
mee te doen; het wordt alleen maar meer en niemand heeft er nog iets
aan.
We hebben een flinke
crisis achter de rug. Langzaam krabbelen we weer uit het dal. Nou,
we… De mensen met de gewone inkomens krabbelen langzaam uit het
dat. De mensen met de lage inkomens mogen blij zijn als ze een paar
centimeter zijn opgeschoten, maar de mensen met de top inkomens
hebben nergens last van. Die hebben niet eens in een dal gezeten.
Waarom geven we de mensen met de lage inkomens de schuld van het feit
dat we amper uit dat dal komen in plaats van de topinkomens?
Ligt het aan die
andere arme mensen dat er te veel deeltijdwerk is in ongeschoolde en
laaggeschoolde banen of dat er te veel met zzp-constructies wordt
gesjoemeld zodat je nog geen goed inkomen hebt als je werkt?
Ligt het aan die
andere arme mensen dat er onvoldoende betaalbare goede woningen zijn?
Denk je nou echt dat
het beter wordt als er minder arme mensen zijn doordat we de grenzen
sluiten?
Misschien wordt het
tijd om te zoeken naar manieren om geld eerlijker in te zetten.
Misschien is het een idee om te zorgen dat al dat geld dat nu niet
wordt gebruikt, verdiend kan worden door al die mensen die nu zonder
werk zitten omdat ze zijn wegbezuinigd. En door mensen die nu in een
uitkering zitten omdat ze ‘een vlekje’ hebben. En door mensen die
zorgen voor andere mensen, voor clubs, kerken, culturele
instellingen, hun buurt, enz., wat nu als vrijwilligerswerk wordt
gezien.
Ik geloof dat ik in
toenemende mate boos word op de leugen dat de enige kans op een beter
leven ligt in het weren van andere mensen. Mensen met een ander
kleurtje, mensen met een ander geloof, mensen met een andere taal, en
al dat andere wat vermeend anders is.
Ik geloof dat ik in
toenemende mate boos word op pseudo-intellectuele elitaire mannetjes
die deze leugen gebruiken om er zelf beter van te worden. Ze zetten
mensen met lagere inkomens tegen elkaar op en iedereen trapt erin.
Ik geloof dat ik in
toenemende boos word op mensen die die het christelijke gedachtegoed
misbruiken en verdraaien voor hun eigen agenda. Maar net zo goed op
al die mensen die zich laten verblinden door semi-christelijke
retoriek die vrijwel naadloos aansluit bij hun ongegronde angsten die
ze zich door diezelfde mensen hebben laten aanpraten.
Ik geloof dat ik in
toenemende mate boos word op de macht van het geld om mensen zo te
betoveren dat ze er geen afstand van kunnen doen, ook al hebben ze
veel en veel te veel. Ze laten liever mensen arm in een uitzichtloos
bestaan met overal tekort, dan dat ze hun rijkdom inzetten om mensen
een waardig bestaan te geven, waarin ze in hun eigen onderhoud kunnen
voorzien.
Jezus waarschuwde
ons voor deze macht van het geld. Hij leerde ons om anders te zijn en
om onze naaste lief te hebben als onszelf. Dat betekent dat we onze
naaste hetzelfde gunnen als we onszelf gunnen. Ook op het gebied van
geld, werk en huisvesting.
Armoede is niet
normaal en het is eigenlijk te gek voor woorden dat we dat niet zien.
Boete doen, 40 dagen lang meelijden met de Christus. Beseffen dat het stempel dat je op de aarde hebt gezet wel eens een te grote voetafdruk kan zijn. Dat je misschien dingen kapot hebt gemaakt.
Heb jij al last van
vliegschaamte? Voel jij je nog lekker als je kiloknallers koopt, een
dikke diesel rijdt of je verwarming op 22 hebt staan? Rook jij nog?
Eet je nog suiker, brood, vlees? Beweeg je wel genoeg? En ben je wel
aardig tegen mensen van allerlei ras, kleur en geaardheid?
Echt we hebben geen
godsdienst meer nodig die ons in een keurslijf van goed gedrag perst.
En ook de goed-gedrag-religie sluit andersdenkenden keihard buiten.
Van oudsher kennen
we sociale controle. Als je je anders gedraagt dan de buren, dan is
dat voer voor roddel. Onder het genot van een koffietje wordt jouw
gedrag veroordeeld. Als je het erg bont maakt, dan volgt uitsluiting.
Dat wil je niet, dus je vertoont gewenst gedrag. En zo blijft de
buurt een lekkere homogene gemeenschap waar het voorspelbaar en dus
veilig is.
Sociale controle
vindt nu plaats op social media. Als jij iets doet wat anderen niet
bevalt, loop je de kans op public shaming. De kritiek die we eerder
in kleine kring uitten op iemand die we kenden, is nu verworden tot
het bashen van mensen die we helemaal niet kennen en waar we amper
iets van weten.
Brengt de
goed-gedragreligie een betere wereld? Wordt het straks leefbaarder
voor mens en dier als iedereen goed gedrag vertoont? In China denken
ze van wel en bereiden ze een maatschappij voor waar je permanent in
de gaten gehouden wordt. Als je goed gedrag vertoont wordt je beloond
en als je verkeerd gedrag vertoont wordt je gestraft doordat je
bepaalde dingen niet meer kan doen of kan kopen.
Heb je het boek 1984
van George Orwell wel eens gelezen, of Openbaring 13:15-17? Dat
schetst een nachtmerrie, geen Utopia.
Aswoensdag, het
begin van de vastentijd naar Pasen. Beseffen dat je misschien dingen
kapot hebt gemaakt. Door te oordelen, te roddelen, te bekritiseren.
Door mensen niet in hun waarde te laten en ze af te wijzen omdat ze
anders zijn. Je voelt je niet veilig want je weet niet langer wat je
te wachten staat. Maar geeft dat je het recht om anderen te
beschadigen? In bijbelse tijden stond het vernietigen van iemands
reputatie gelijk aan moord. En eigenlijk klopt dat wel. Hoe zou
iemand zich voelen die op internet al die vernietigende kritiek over
zich heen krijgt?
Maar ook als kerken
mogen we wel het boetekleed aantrekken. Hoe vaak vragen we niet om
goed-gedrag als teken van goed geloof? Hoe vaak hebben we niet met
het vingertje gewezen naar afwijkend gedrag en dat veroordeeld, God
dankend dat wij niet zo zijn? “Wie zonder zonde is, werpe de eerste
steen”, zei Jezus. De bijbelgeleerden in zijn tijd dropen af. Ze
realiseerden zich dat ze geen haar beter waren dan die zondaar. En
wij? Wij leggen iemand nog eens uit dat die niet meer mag zondigen.
Want dat deed Jezus ook.
We gooien iemand
niet meer dood, maar onze woorden wegen zwaar en leggen een last op
iemands schouders. Allemaal gaan we gebukt onder onze tekortkomingen.
“Dat is het kruis dat we moeten dragen”, zeggen we tegen elkaar.
En inderdaad moeten we allemaal ons kruis op ons nemen, zegt Jezus.
Net zoals Hij zijn eigen dood tegemoet liep, om te sterven voor
anderen, zo moeten wij ook ons leven overhebben voor anderen. Je
kruis dragen heeft niet te maken met ‘moeilijkheden in het leven
geduldig doorstaan’. Wel met anderen belangrijker vinden dan onszelf.
Jezus nodigde
iedereen die moe en overbelast was uit om naar hem toe te komen.
“Mijn last is licht”, zei Hij. Hij legt zijn volgelingen geen
zware leefregels op, geen onhoudbare geboden. “Houd van God en houd
van elkaar”, was zijn samenvatting van de wet, wetende dat dat al
moeilijk genoeg is.
Aswoensdag, het
begin van 40 dagen meelijden met de Christus. Laten we eens meelijden
door proberen te houden van iedereen die op onze weg komt de komende
40 dagen, zowel fysiek als digitaal. Laten we 40 dagen houden al die
mensen die onze liefde niet waard zijn, die niet zijn als wij, die op
ons neerkijken, die van ons profiteren, die ons hebben pijn gedaan.
Laten we 40 dagen lang met de ogen van Jezus naar hen kijken, die
zijn kruis opnam om voor hen te sterven.
Het wordt lente. De
zon schijnt, de krokussen komen weer boven de grond op het Lange
Voorhout en er hangt hier en daar al een voorzichtige groene waas om
bomen en stuiken.
Straks hangen er
miljarden en miljarden fris groene blaadjes aan bomen en stuiken, die
er allemaal weer afvallen als het herfst wordt. De tienduizenden
schattige kuikentjes en lammetjes die geboren worden, gaan allemaal
weer dood – de een wat eerder dan de ander. Zelfs wij mensen, de
kroon op de schepping, zijn aan verval onderhevig. We zijn teer en
kwetsbaar. Er is niet veel voor nodig om ons te verwonden, fysiek of
psychisch.
Welkom op dit
vrolijke lenteblog!
Wees gerust, ik ben
niet depressief. Ik geniet met volle teugen van alle kleuren en
geuren die de warmte van de zon tevoorschijn roept. Maar
tegelijkertijd verbaas ik me over de kringloop van het leven. Over de
schijnbare zinloosheid ervan. Over de verspilling van zoveel energie
om ‘grondstoffen’ telkens opnieuw te gebruiken. Waarom is er dood?
Waarom zijn er geen levensvormen ontstaan die niet dood gaan? Heeft
de wetenschap een antwoord op de vraag waarom er verval en dood is,
hoe het zo gekomen is?
Geloof heeft wél
een verklaring voor dood. Ieder geloof kent eeuwig levende goden en
de strijd tussen goed en kwaad waar de mensheid en de dood uit
voortkomen. Ik vind het verhaal van de Joden/Christenen het mooiste.
Een God die een prachtige schepping maakt met de mens als middelpunt
(en de vrouw als hoogtepunt), om mee te wandelen in de avond koelte.
En de komst van het kwaad die als Aurora in Doornroosje, dat feest
komt verstoren en zorgt voor een vloek op de schepping. Doornen en
distels zijn nu ons deel. We prikken ons allemaal en bevinden ons
daardoor in een schemertoestand tussen slapen en waken. Het echte
volle, eeuwige leven, zoals God het bedoeld had, is alleen nog maar
te zien als door een spiegel, in raadselen. Er ligt een grijze sluier
van dood overheen, die alle kleur verbleekt en de contouren vervaagt.
‘Sinds de komst van
het kwaad is de schepping aan de zinloosheid onderworpen’, staat in
Romeinen 8. “Met reikhalzend verlangen verwacht de schepping het
openbaar worden van de kinderen van God, in de hoop dat ook de
schepping zelf zal bevrijd worden uit de macht van dood en verval en
dezelfde heerlijke vrijheid zal krijgen als de kinderen van God. Wij
weten dat de hele schepping in afwachting van dat grote moment nog
altijd zucht en kreunt als een vrouw die moet baren. Dat geldt ook
voor ons. Ook wij zuchten en verlangen naar de dag dat ons lichaam
zal worden verlost van ziekte en dood” (Romeinen 8:18-23 HTB).
We wachten op
verlossing. Zoals we met advent de komst van gerechtigheid en vrede
verwachtten, verwachten we nu verlossing uit de gevolgen het kwaad.
We verwachten bevrijding uit de ellende en gebrokenheid. En kennelijk
heeft dat iets te maken met het ‘openbaar worden van de kinderen van
God’. Wat moet ik me daar bij voorstellen? ‘Voorwaarts
Christenstrijders?'(uit de bundel Glorieklokken, lied 61). Zoek maar
niet op, je begrijpt toch niet wat daar staat. Toch, hebben ze een
punt met het vervolg: “drukt uws Konings spoor. Met Zijn heil’ge
kruisvaan gaat ons Jezus voor.” Dit betekent zoiets als ‘What Would
Jesus Do’ en doe jij dat ook.
En wat heeft Jezus
hier gedaan toen Hij op aarde was? In welk voetspoor mogen we lopen?
Hij heeft laten zien wat gerechtigheid inhoudt, wat vrede betekent,
en hij heeft laten zien hoe herstel eruit ziet. Mensen waar wij op
neerkijken, zoals armen, psychiatrische patiënten, chronisch zieken
en anderen die het op eigen kracht niet redden, behandelde Hij als
gelijken. Hij gaf hen hoop, vergeving en vaak ook hun gezondheid
terug. Hij liet zien dat regels en wetten je niet tot een beter mens
maken, maar eerder hard en veroordelend. Hij vertelde dat
barmhartigheid en liefde op de eerste plaats horen te staan: “Heb
je naaste lief als jezelf” en “wees een naaste”.
Hoe meer mensen
Jezus gaan volgen en hoe meer mensen als kinderen van God zijn
erfenis gaan uitdragen, hoe meer die grauwsluier van het kwaad en de
dood wordt opgetild. Daardoor wordt beter zichtbaar hoe God het
oorspronkelijk bedoeld heeft. Hoe meer mensen de opdracht van God
serieus gaan nemen om de aarde te bewerken en te bewaren, hoe harder
de schepping zal juichen. De aarde wordt zo een betere plek en dat is
winst.
Maar de zinloosheid
heffen we daar niet mee op. Een hemel op aarde kunnen we ook niet
creëren. De vloek van het kwaad blijft aanwezig en dat zorgt voor
steeds terugkerende doornen waaraan we ons blijven prikken. En de
dood blijft ook, niemand die daar iets op zal vinden.
“Wie zal mij
verlossen uit dit lichaam des doods” verzuchtte Paulus, de
schrijver van de Romeinenbrief, al. Hij gaf gelukkig ook het
antwoord: “Ik dank God dat er een uitweg is door Jezus Christus”
(Romeinen 7:25 HTB).
Jezus werd gekroond
met doornen. Hij droeg de vloek van de schepping. Hij stierf
vrijwillig, Hij gaf zijn geest in handen van God, zijn vader. En zijn
vader gaf hem zijn geest weer terug, zodat Hij opstond uit de doden.
God was sterker dan de dood en sterker dan het kwaad.
Nieuw leven is nu
mogelijk; een leven in al zijn volheid, zonder de sluier van de dood.
Ons lichaam is helaas nog steeds aan verval onderhevig, maar door in
de voetsporen van Jezus door het leven te gaan, weten we dat onze
geest veilig is in de handen van God. Op een dag krijgen we een nieuw
lichaam voor onze geest, gemaakt voor een tijdloos bestaan. Dat zal
zijn op een nieuwe aarde, onder een nieuwe hemel. Dan krijgen we een
nieuw leven dat nooit meer zal ophouden.
Tot die tijd is het
doorbuffelen hier op deze aarde en proberen het een beetje mooier te
maken.
Voor de derde advent geen blog van mezelf, maar een heel mooi gedicht dat ik las in een boek dat was achtergelaten in de Bethelkapel. Het verbindt twee prachtige bijbelgedeelten over het begin met elkaar: Genesis 1 en Johannes 1:1-15.
Samen met Job 38 en Spreuken 8: 22-31 roepen deze teksten bij mij een beeld op van een scheppende God die zijn kunstwerk formeert vanuit leegte en nevel.
Soms hangt er ‘s ochtends vroeg een nevel over de velden, waardoor alles vaag en kleurloos is. Dan zie ik de lege aarde nog voordat er iets geformeerd is. Langzaam verdwijnt die mist wanneer de zon opkomt. Het licht verspreid warmte en kleur. Contouren en schaduwen worden ingevuld door bomen, stuiken, dieren, huizen. De wereld komt tot leven, een nieuwe dag.
Ik vind dat in het hier en nu al een prachtige ervaring. Daarom wil ik later, wanneer ik in de hemel ben, de DVD’s van de schepping zien. Volgens mij is er niets dat de schoonheid daarvan kan overtreffen.
Het eerste woord
naar Genesis 1 en Johannes 1
oerknal wordt oerklankbegin wordt oorsprongde wees wordt zijn kind
het eerste woord
bewust gesproken
om liefde in te horen
het eerste licht
groots en gul geschonken
om wat goed is in te zien
de eerste dagennacht
uitgesproken teken
in Gods naam
oerklank wordt nuwoordoorsprong wordt bestemmingzijn Kind maakt ons verwant
Gods liefde klinkt
uitspreekbaar, naleefbaar
in een mensenlichaam
het licht van ooit
krijgt een gezicht
in Godskind Mensenmens
onze dagennacht gedeeld
Jezus – levend teken
in Godsnaam
ooitwoord, nuwoord, danwoordéénklank van eens en eeuwigwaar leven het licht ziet in liefde
Uit:
'Al het goede'
op weg van oorsprong naar bestemmingmet bemoediging, gebed, Psalmen en zegen
van Rein Algera
Nu ik als evangelisch meisje wat meer betrokken raak bij de PKN vanwege het kerkasiel, begin ik grote bewondering te krijgen voor bepaalde tradities. Advent is er één van.
Advent zei mij eigenlijk niks. 4 weken voor kerst naar kerst toeleven, hoezo? Kerst is voor mij al zeker 15 jaar ‘alle ballen op de kerk’. In onze moderne kerken hebben we een kerstproductie of een kerst-event. Alle toeters en bellen worden van stal gehaald om er een belevenis van te maken die buitenstaanders aantrekt. En dat werkt. Heel veel mensen die anders nooit naar de kerk zouden gaan, komen zo in aanraking met wat wij geloven. We hopen dat hun interesse gewekt is en dat ze nog eens terug komen. Dus met de intentie is niks mis.
Maar een bijkomend nadeel is dat hierdoor voor mij kerst zo plat als een dubbeltje is geworden. Het was alleen nog maar uiterlijk vertoon. read more »
Aanstaande zondag is het 1e adventzondag. Nog 4 weken tot kerst: de komst van het Licht in de duisternis.
Eén kaarsje steken we dan aan, in die immense duisternis die ons omringt. Maar daar waar dat kaarsje brandt, daar is het wel licht. Daar wordt dood leven en stilstand beweging.
Toch heb ik niks met kerst zoals ik het gewend ben te vieren: je huis versieren, naar de kerk en eten met de familie. We zitten gezellig binnen met ons lichtje in ons kleine hoekje, christelijke liedjes te zingen. “Nu zijt wellecome, Jesu onze Heer”, “stille nacht, heilige nacht” en meer van dit soort onzin. De nacht waarin Jezus werd geboren was helemaal niet stil. Er stond een enorm engelenleger “Ere zij God” te roepen. En Jezus was helemaal niet welkom. Toen niet en nu niet. Jezus heeft namelijk de vervelende gewoonte om alles overhoop te halen wat jij en ik zo prettig vinden. Onze status quo, onze gewoonten, onze veilige regeltjes, ons bijgeloof. read more »
De preek ging een keer over ‘de enge poort’. Ik ben opgegroeid met de NBG vertaling uit 1951 en ik ben altijd een kruiswoordpuzzelliefhebber geweest, dus ik heb dit nooit geassocieerd met een griezelige poort, maar altijd met een nauw, smal exemplaar.
De tekst waar gesproken wordt over de smalle poort staat in Mat 7: 13, 14: “Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.” Een beetje een enge tekst, die vroeger geïllustreerd werd met die vreselijke poster met een brede weg langs een kermis en andere leuke dingen die regelrecht naar de hel ging, terwijl de smalle weg via de kerk naar de hemel leidde. Ik heb hier een tijd geleden al eens een blog over geschreven, dus dat dit onzin is ga ik hier niet herhalen. Toch zette iets in deze tekst me weer aan het denken. read more »
Hoop is een vreemd, haast ongrijpbaar, fenomeen. Het wordt vaak in één adem genoemd met geloof en liefde, beide in wezen net zo ongrijpbaar als hoop. Je kunt niet op commando gaan hopen, geloven of liefhebben en je kunt het ook niet op commando uitzetten. Het overkomt je min of meer en je hebt er daarna maar weinig grip op.
Hoop is het anker van de ziel, staat in de Hebreeën brief te lezen. Hoop is een vooruitzicht waar je houvast aan kunt vinden. Deze hoop is dus niet ‘hopen dat het goed komt’, maar een concrete verwachting. Toch is hoop iets anders dan geloof. Geloof is de zekerheid van de dingen die men hoopt, zegt diezelfde Hebreeën brief. Hoop gaat dus vooraf aan geloof. read more »
Geloof is een kracht, las ik laatst en dat zette me aan het denken. Ik geloof al zo’n beetje mijn hele leven en ik weet dat Jezus zegt dat geloof bergen kan verzetten, maar om het te zien als een kracht is toch nieuw voor mij.
Maar hoe ‘werkt’ geloof dan? “Uw geloof heeft u behouden”, zegt Jezus en “Uw geloof heeft u genezen”. Of: “als u een geloof als een mosterdzaadje heeft, en u zegt tegen deze berg: ‘verhef u en stort u in de zee’, dan zou dat gebeuren.” Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft, tekent Marcus op uit de mond van Jezus, waarop geantwoord wordt: “Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!” (Marcus 9:23,24)
Dit geloof is dus niet een bepaalde stroming, zoals protestants of rooms of evangelisch. Het is ook niet geloven dat bepaalde doctrines of dogma’s waarheid zijn. Maar het is wel een hele sterke overtuiging. Een overtuiging die het onmogelijke kan laten gebeuren. read more »
Deze vraag wordt gesteld door geleerden die de Joodse wet op hun duimpje kenden. Ze wisten dat je die hele wet kunt samenvatten in twee geboden: Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf, maar daar konden ze niets mee. Je aan de wet houden is in hun ogen het belangrijkste wat een mens kan doen, dus je moet zeker weten dat je dat goed doet. Daarom hadden ze duizenden regels ontwikkeld ter verbijzondering van de honderden regels die in de bijbel staan. Maar als de regels vervangen worden door zoiets vaags als liefde, dan weet je niet meer precies wat je moet doen. Dus om hun gezicht nog een beetje te redden zeggen ze tegen Jezus: “We willen ons best aan deze regel van liefde houden, maar dan moeten we wel weten wie onze naaste is.” read more »