Biechten

“Forgive me father, for I have sinned.” Een zinnetje dat we als protestanten alleen uit de film zullen kennen, want biechten zit niet in onze traditie. Ik kwam hem laatst tegen in een trailer. Het bleef in mijn hoofd hangen en zodoende ben ik erover gaan nadenken.

Ik zou het zelf als gebed uitspreken: “Vergeef me Vader, want ik heb gezondigd”. Zou het een biecht aan een priester zijn, dan komt daar achteraan welke zonde(n) je hebt op te biechten. Dat komt veel dichterbij dan het “vergeef ons onze schulden” uit het ‘onze Vader’.

Hoe lang geleden voelde ik mij zo schuldig over iets dat ik de behoefte had om dat op te biechten? Ik weet dat ik schuldig ben in het algemeen. Ik ben deel van deze gebroken wereld, dus ik maak fouten en verkeerde keuzen, die consequenties hebben. Maar te moeten zeggen: “Dat was echt verkeerd, daar heb ik spijt van. Vader vergeef me”, dat heb ik niet vaak.

Is dat verkeerd?

In het Oude Testament staan uitgebreide voorschriften voor welke offers gebracht moesten worden bij welke zonden. De wet vertelde je wat je niet mocht doen en vertelde je ook wat je moest doen bij overtreding van de bepalingen. “Het zal gebeuren, als iemand aan een van deze dingen schuldig is, dat hij dan moet belijden waarin hij gezondigd heeft” (Leviticus 5:5).

Dat was lekker duidelijk.

In het Nieuwe Testament is de offercultuur afgeschaft. Het offer van Jezus is voldoende voor alle zonden van alle tijden. Onze overtredingen zijn vergeven, wij hoeven daar niets meer voor te doen.

De wet met al zijn bepalingen is ook buiten werking gesteld (Kolossenzen 2:14, Galaten 3:23-4:9). Daarvoor in de plaats hebben we de Geest gekregen, die ons helpt op een goede manier te leven (Romeinen 8:2, Galaten 5:22), en ook ons geweten helpt ons bij het maken van keuzes (Romeinen 2:15, 9:1; 2 Korinthe 1:12, 1 Timoteüs 1:5, Hebreeën 9:14).

Als we dus niet meer met een offer naar een priester toe moeten om vergeving te krijgen en als niet eens meer zwart op wit vastligt wat goed en fout is, moeten we dan onze zonden nog wel belijden? En zo ja, aan wie?

In de evangelische wereld wordt weleens een beroep gedaan op 1 Johannes 1:8-10 om aan te tonen dat we onze zonden moeten belijden. Niet aan een priester, maar aan God. En daar wordt dan ook weleens bij gezegd dat de zonden die je niet opbiecht ook niet vergeven worden. Dit is natuurlijk onzin, die disclaimer staat nergens in de bijbel, maar dit bijgeloof heeft wel tot gevolg dat er mensen zijn die aan het eind van de dag alle dingen die weleens fout zouden kunnen zijn geweest, belijden, om er zo zeker van te zijn dat al hun overtredingen vergeven zijn.

Dit is niet de bedoeling van deze tekst. Wat Johannes in dit bijbelgedeelte uitlegt is dat wij zondaars zijn en als we dat ontkennen, we leugenaars zijn. Sterker nog, we maken dan God tot een leugenaar. Want als we niet zondigen, is vergeving niet nodig en als vergeving niet nodig is, is Jezus zinloos gestorven en het Nieuwe Testament onzin. Maar, als je belijdt dat je zondigt, dan zal God al je zonden vergeven.

Het gaat hier dus niet om het opnoemen van al je zonden tot in de kleinste details, maar over de erkenning, noem het een geloofsbelijdenis, dat je een zondaar bent en dus vergeving nodig hebt.

We hoeven onze zonden dus niet stuk voor stuk aan God op te biechten, maar hoe zit het met mensen? In Jacobus 5 staat een tekst over iemand die ziek is en ‘sozo’ zoekt. Het Griekse woord sozo betekent zowel redding als genezing. “Het gelovige gebed zal de zieke behouden (sozo) en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt.” (vers 15, 16).

Ik kan me goed voorstellen dat schuldgevoel over een zonde iemand ziek kan maken en dat het bevrijdend werkt om erover te kunnen vertellen. Ik kan me ook voorstellen dat het genezend werkt als iemand te horen krijgt dat zijn zonde vergeven is en geholpen wordt die vergeving ook te accepteren.

Aan de andere kant kan zonde zelf ook ziek maken. Denk aan vraatzucht dat voor hartproblemen kan zorgen. Je kunt vurig bidden voor genezing van de ziekte, maar als het eetpatroon niet verandert, zal de lijder niet gered worden van zijn kwalen. Dan helpt het als de zieke zijn zonden opbiecht, want dan kan hij geholpen worden met een verandering in leefwijze.

Ik zie in de tekst van Jacobus vooral praktische redenen om zonden op te biechten: het geeft vrijheid en je staat er niet langer alleen voor. Het is dus niet nodig om ‘alledaagse’ zonden aan iemand op te biechten om vergeving te krijgen, zodat je gered wordt van een eeuwig leven zonder God.

Het lijkt mij dus niet per definitie verkeerd als je niet dagelijks het gevoel hebt dat je specifieke zonden moet belijden aan God. Sterker nog, we hebben het in de kerk over levensheiliging en groeien in discipelschap of navolging. Dat betekent dat je leven gaat lijken op dat van Christus, wat inhoudt dat je minder gaat zondigen. Dus als je na 10 jaar nog iedere dag meerdere zonden zou moeten opbiechten, gaat er ergens iets mis volgens mij.

Onvermijdelijk zijn daar wel de momenten dat je iets goed verknalt en dat je echt sorry moet zeggen tegen de hemelse Vader, maar dat is zeker niet wekelijks. Er zijn waarschijnlijk meer momenten dat je sorry moet zeggen tegen iemand in je omgeving.

Comments