Ben ik slecht?

Op school kwam ik erachter dat ik in sommige vakken goed ben en in sommige vakken slecht. Maar slecht zijn in een bepaald vak, maakt mij nog geen slecht mens.

Een tijd geleden had postbus 51 de slogan: “Geef je verstand eens voorrang”, als het over verkeersregels ging. Nog steeds is dat het eerste wat mij te binnenschiet als ik voor een leeg kruispunt sta te wachten omdat het stoplicht rood is. Maar hoe vaak ik ook door rood zal rijden, de wet zal mij nooit een slecht mens noemen. Wel beboeten uiteraard, want ik heb de wet overtreden.

Er zijn wel mensen die wij als maatschappij slecht noemen; dat zijn de mensen ‘zonder geweten’, die andere mensen met opzet vermoorden, verkrachten, mishandelen, misbruiken, of uitbuiten.

En dan is er de bijbel. Volgens de bijbel is iedereen slecht. Althans, dat is wat mijn christelijke opvoeding mij heeft geleerd. “Ik ben slecht, maar dankzij Jezus ziet God mij niet meer zo.” Ik heb ook geleerd dat het goed is om je slecht te voelen, want dan waardeer je de genade van God meer. En hoe kan je vergeving vragen voor al die slechte dingen die je doet, als je geen spijt hebt? Ik vond deze gedachten de normaalste zaak van de wereld.

Totdat een zoeker bij ons in de kerk zei: “Ik ben blij dat ik mezelf eindelijk weer een beetje kan accepteren en nu zeggen jullie – zegt de bijbel, dat ik slecht ben? Ik wil mezelf niet weer slecht voelen.” Ja, dat willen we natuurlijk niet op ons geweten hebben, we zijn juist zo blij als iemand zijn eigenwaarde weer terugvindt. Hoe moeten we hier dan mee omgaan? We preken hoop, geloof en liefde (Halleluja, prijs de Heer), maar eigenlijk nog steeds via de drieslag “ellende, verlossing en dankbaarheid”. Want zonder besef van ‘ellende’ heb je ook geen behoefte aan verlossing uit die ellende, toch? Als ik alles zelf prima voor elkaar heb, waarvoor heb ik Jezus dan nog nodig? Verliezen we ons bestaansrecht als kerk niet als iedereen zich goed voelt?

Wat zegt Jezus daar zelf over, eigenlijk? Is iedereen slecht?

“De goede mens brengt goede dingen voort uit de goede schat van het hart, en de slechte mens brengt slechte dingen voort uit de slechte schat”, tekent Mattheüs op uit zijn mond. En ook: “Stel dat de boom goed is, dan is ook zijn vrucht goed; of dat de boom slecht is, dan is ook zijn vrucht slecht. Want aan de vrucht wordt de boom gekend.” Met die bomen bedoelt Jezus dan mensen en in het bijzonder de theologen en geestelijk leiders van zijn tijd, waartegen Hij zegt: “Adderengebroed! Hoe kunt u goede dingen spreken, terwijl u slecht bent? Want uit de overvloed van het hart spreekt de mond.”(Mattheüs 12:33-35).

Conclusie: Volgens Jezus is niet iedereen slecht. Er zijn zat goede mensen en ze zijn herkenbaar aan de goede dingen die ze doen.

Sterker nog, toen God de mens had gemaakt als afronding van de schepping, keek Hij naar alles wat Hij gemaakt had en zei: “het is zeer goed”. God heeft de mens goed gemaakt; de aard van de mens is goed. Dat kan ook niet anders, want we zijn gemaakt naar Gods beeld en gelijkenis. Het zou een beetje vreemd zijn als het wezen van de mens dan slecht zou zijn.

Waar komt dan het idee vandaan dat de mens slecht is? Of misschien is een betere vraag: hoe komt het dat de goede mens zulke slechte dingen kan doen? Want goede mensen zouden elkaar geen kwaad doen, maar juist alle goeds gunnen. Goede mensen zouden ook verantwoordelijkheid nemen voor de aarde en de dieren die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Ze zouden alles en iedereen met liefde benaderen en met respect behandelen. Dat zie je lang niet altijd om je heen … Hoe komt dat?

Iedereen herkent dat gevoel van ‘nu even niet’… Je hoofd staat niet altijd naar goeddoen, je hebt niet altijd het geduld, je bent het gewoon wel eens zat, je zit ff in een dipje, je bent moe, je wilt wel eens iets anders,…. Dat zijn de momenten dat je geen weerstand kunt bieden aan die gedachten. Gedachten die je vertellen dat het misschien nu eens een keer jouw beurt is, dat het eigenlijk niet echt een probleem is, dat één keer niet erg is, dat het niet zo erg kan zijn als ze beweren, dat iedereen het doet, dat je er eigenlijk recht op hebt, of dat het wel meevalt, toch? En zo doe je als goed mens toch soms iets slechts. Je wilt het wel anders, maar het lukt je niet.

Waar komen die gedachten vandaan? Dit zijn geen goede gedachten. ‘Een goede boom brengt goede vruchten voort’, zegt Jezus. Dit zijn geen goede vruchten. Je kunt dus twee conclusies trekken:

1. Je bent geen goede boom, maar slecht;

2. Het zijn niet jouw gedachten.

Veel mensen concluderen dat de mens dus slecht is. Ik concludeer dat het niet mijn gedachten zijn.

Dat doe ik omdat de bijbel ons vertelt van een gebeurtenis die de hele paradijselijke schepping overhoop heeft gegooid en vergiftigd. Die gebeurtenis noemen we de zondeval en het is de intrede van het kwaad in de wereld. Het kwaad is instaat om de mens te beïnvloeden en de mens heeft niet genoeg in huis om het kwaad altijd te weerstaan. Het helpt ook niet dat het kwaad een doortrapte leugenaar is, dus zelfs met de beste voornemens trap je toch iedere keer weer in die verleidende gedachten.

Dit klinkt misschien een beetje vreemd, maar ik heb liever gedachten die niet van mij zijn, dan dat ik mezelf moet zien als slecht. In het eerste geval is er nog redding van dat kwaad mogelijk, in het tweede geval ben ik gewoon een hopeloze zaak omdat ik vanbinnen rot ben.

God heeft dan ook vanaf het begin af aan een plan om dat kwaad te vernietigen en om ondertussen de schade zoveel mogelijk te beperken. Hij is niet van plan om de mensheid te vernietigen en zo het slechte uit zijn schepping te verwijderen. Hij wil juist de mensheid behouden.

Dus, ben ik slecht? Nee. Doe ik slechte dingen? Ja, helaas wel af en toe, maar ze definiëren me niet. Ze zijn als verkeersovertredingen. Ik ben schuldig aan het plegen van overtredingen, maar daarmee ben ik geen slecht mens.

Comments