Nu, twee maanden na de blogs over advent, vind ik pas weer een moment om te schrijven. Een belangrijke reden van de blog-stop was gewoon ordinair tijdgebrek. Maar er was ook een totaal gebrek aan inspiratie. De vraag die bij mij opkwam was: heb ik geen inspiratie vanwege tijdgebrek of laat ik mijn tijd vollopen omdat ik geen inspiratie heb?
Helaas vond ik geen
tijd om deze vraag eens te overdenken, dus ik besloot het maar op
zijn beloop te laten. De wereld draait ook wel door zonder mijn blogs
en niemand loopt onherstelbare schade op. Ik kon daarom veilig
ophouden met schrijven. Hooguit voelde het voor mezelf niet lekker
dat ik niets te melden had.
Maar nu, twee
maanden later, een dag voordat we de afsluiting van het kerkasiel en
het bereikte resultaat gaan vieren, ontluikt er voorzichtig weer wat
inspiratie. Het huis is leeg, de zon schijnt, dus waarom niet….
Laat ik eens beginnen met te schrijven over de vraag: ‘Wat is er
gebeurt waardoor het schrijven is gestopt?’ Waarom had ik geen
inspiratie meer?
Advent was de tijd
van verwachting, van uitzien naar de komst van gerechtigheid en
vrede. Voor het eerst in mijn leven heb ik dat zo intens beleefd. Met
kerst zouden we de komst van het licht in de duisternis vieren, de
eerste aankondiging van verandering.
Zo sterk was de
verwachting en zo sterk het geloof in een almachtig God, dat ik dacht
dat er echt iets zou veranderen. Maar alles bleef bij het oude.
Harbers had gesproken. Het kerkasiel ging gewoon door, zij het dat er
voor mij een lichte, nauwelijks merkbare waas van teleurstelling en
vermoeidheid overheen hing. Dat gevoel was waarschijnlijk
persoonlijk, want andere coördinatoren legden een ongekende energie
aan de dag en er werd gesproken over doorgaan tot de zomer.
Waarom gebeurde er
niets, vroeg ik mij af. Was Harbers sterker dan God? Was de politieke
meerderheid sterker dan de gebeden van zovelen? Maanden onophoudelijk
(aan)bidden, dat moet toch iets in beweging zetten? Er zijn mij in de
loop van de jaren prachtige one-liners bijgebracht, zoals: “God
reageert niet op nood, maar op geloof”. Nou er werd hier heel wat
afgegeloofd, maar waar was Gods reactie? Of “Gebed is een kracht
die dingen in beweging zet.” We zagen koffie en koek komen, net als
voorgangers en bezoekers en massa’s kaarsen. Er werd op mooie
manieren voorzien in wat we nodig hadden, maar ondertussen bleven we
rondlopen in een woestijn.
Is gebed er niet
voor om God te bewegen? Is geloof er niet voor om wonderen te
verwachten? Had ik ergens iets verkeerd begrepen en waren we hier
eigenlijk bezig met een christelijke variant op een regendans?
De organisatie
vertelde dat we vierden om het gezin een veilige plek te bieden en om
de aarde te bewegen. De hemel was voor hun een schuilplaats, een
overkoepelend, beschermend dak, vol troost en kracht voor wie
daaronder ging staan. De hemel hoefde niet bewogen te worden, die
stond rotsvast. Mijn evangelisch – charismatische opvoeding heeft
me dit niet geleerd en ik persoonlijk ben ook meer van het doen. Ik
ben gewend aan zichtbaar en groots, aan met grote gebaren de kerk op
de kaart zetten. Hier geheel anders. De race die hier gelopen werd
was een marathon, geen sprint. Het was een estafette met enkelingen
die elkaar het stokje overdroegen, heel veel enkelingen, duizenden
enkelingen. Het was een gestaag gedruppel van mensen die kwamen en
gingen, soms niet meer dan twee tegelijk. Zou dat werken, zo’n
anonieme aanpak, in een onbeduidende locatie verstopt in een
zijstraat?
Ondertussen waren er
in stilte persoonlijke gesprekken met mensen die verschil konden
maken. We wisten niet wanneer, niet door wie en niet met wie. Er werd
niet specifiek voor gestreden in gebed. Ze gingen gewoon met God. Kon
dat wel? Zou dat wel goed gaan? Moesten er niet eerst bolwerken
geslecht worden in Jezus’ naam? Was het gebrek aan specifieke
gebeden, gebedsbedekking en geestelijke oorlogvoering de reden dat
resultaat uitbleef? Dat de hemel de aarde niet bewoog?
Toch zag ik ook een
onverwachte en ongekende media aandacht op gang komen. Journalisten
uit letterlijk de hele wereld struikelden haast over elkaar om
verslag te doen van wat er op deze onlogische locatie gedaan werd. Er
was geen grote imposante kerk uitgekozen om maximale media aandacht
te genereren, er was gekozen voor de kerk met de beste woonruimte
voor het gezin. De kleine kapel is een haast huiselijke omgeving met
een achterwand van gekleurde tegeltjes en een eenvoudig wit houten
kruis. Dat bleek wonderlijk fotogeniek.
Ene Tim Hofland
begon toevallig op vrijwel hetzelfde moment op een heel andere manier
aandacht te vragen voor de onrechtvaardige kanten van het
kinderpardon en alsof dat nog niet genoeg was, kwamen ook hoogleraren
vertellen hoe kwetsbaar kinderen in deze positie zijn en hoe
schadelijk bestaansonzekerheid is. Ook dat was niet na één keer
uit de media weg. Het bleef maar terugkomen.
Er werd
onophoudelijk en van verschillende kanten gebonkt op de overtuiging
dat we beter af zijn zonder deze mensen die werden ontmenselijkt met
namen als gelukszoekers en procedurestapelaars. Hoe lang kon men zich
nog verstoppen achter coalitieakkoorden en regels, of achter het
idee-fixe dat we overspoeld zullen worden door een tsunami van
vreemdelingen die ons land onherkenbaar zullen veranderen en onze
economie zullen ontwrichten?
Bewoog de hemel hier
de aarde door niet- christenen heen? Hoe konden we de overwinning dan
claimen als die van de kerk? Hoe kunnen we nu nog mensen enthousiast
maken voor de kerk?
Na kerst kwam het
nieuwe jaar en de adventster bleef hangen. We waren nog steeds in
verwachting. Het licht was gekomen, het scheen wel in de duisternis,
maar vooralsnog leek de duisternis toch de overhand te hebben. Waar
was die beloofde gerechtigheid?
En toen kwamen er
ineens standpunten in beweging. Als gevolg daarvan begon er van alles
te schuiven. Er werd gesproken, er werd gediscussieerd en toen brak
de zon van gerechtigheid door. De dossiers van de 700 kinderen die
onder het kinderpardon vallen, worden nogmaals bekeken, maar nu met
een toepassing van de regels die niet gericht is op afwijzing. Er
wordt nu gekeken naar de menselijke kant, naar waarom deze kinderen
niet weg kunnen.
Het heeft bijna twee
maanden geduurd voordat ik inzag wat er gebeurde in die drie maanden
dat het kerkasiel duurde. Dat was de echte reden waardoor ik geen
inspiratie had. Ik schrijf altijd op wat ik zie, maar ik begreep niet
wat ik zag, dus ik kon er geen zinnig woord over schrijven. Wat er
gebeurde, voltrok zich niet volgens mijn evangelisch-charismatische
verwachtingspatroon. Er zijn bij mij de nodige overtuigingen gaan
schuiven en het kost tijd om daar woorden aan te kunnen geven.
Voordat ik die ga
opschrijven, wil ik nog één ding kwijt. Ik liep al langer rond met
de vraag wat de rol van gebed nu werkelijk is. Soms doet God wat we
vragen, maar meestal niet. Waarom? Moeten we onze gebed onderstrepen
door een bepaalde manier van bidden of een bepaalde manier van leven?
Kunnen we de verhoring beïnvloeden door offers te brengen in de vorm
van vasten of beloften? Ik werd daar steeds minder zeker van. Het in
beweging komen van mijn overtuigingen was dus min of meer een
gebedsverhoring : ).
Op geestelijk gebied
ben ik drie maanden lang een toeschouwer geweest bij het kerkasiel.
Ik heb de volle, kleurrijke breedte van het christendom samen zien
vieren. Gereformeerd vrijgemaakt die de paaskaars overdroeg aan Rooms
katholiek, Baptist die het licht in handen gaf van Vrijzinnig
protestant en Taizé die altijd wel een paar uur kon vullen.
Ik zag mensen die
dag en nacht in aanwezigheid van God de deur open deden, koffie
zetten en toiletten schoonmaakten, mensen die met groot plezier
maaltijden voor 10 personen bereidden, boodschappen deden of piano
speelden. Die 60 en meer mailtjes per dag weg werkten, twitterden, de
website bijhielden, perscontacten op zich namen, nieuwe vrijwilligers
inwerkten, en die de praktische problemen oplosten, van lekkende
douche tot uitdrogende vleugel. Honderden mensen die zich rondom een
gezin in nood hadden verzameld en die deden waar ze goed in waren.
Deze gemeenschap functioneerde als één lichaam zonder peptalk,
zonder gaventesten en zonder discipelschaps- of
leiderschapscursussen.
Vijf mensen begonnen
op woensdag, vijftien mensen deden mee op donderdag en kwamen bij
elkaar op vrijdag 26 oktober om de doorlopende viering te beginnen.
Ze hadden geen strategie, alleen de overtuiging dat ze dit moesten
doen en de wetenschap dat ze dit wel twee weken vol konden houden.
Het gevolg was dat de regering van Nederland na 3 maanden haar
regelgeving aanpaste.
Dit was het
resultaat van 3 maanden ononderbroken gebed, maar niet op de manier
zoals ik dat altijd invulde: we hebben op de juiste manier gebeden en
daardoor heeft God een wonder gedaan.
Ik zie nu in dat,
door er te zijn, God iets had om mee te werken. Wij waren samen
eigenlijk de voorwaarde voor onze eigen gebedsverhoring. Hadden die
eerste vijf, hadden die eerste vijftien, hadden die eerste vijftig,
hadden die eerste vijfhonderd niet gedaan wat ze moesten doen, dan
had God ook niets kunnen doen, daar ben ik van overtuigd. God werkt
door mensen, christenen en niet-christenen. God heeft namelijk een
plan en Hij is uitstekend in staat om te zorgen dat dat plan
uitgevoerd wordt. Hoe donker de situatie ook lijkt, hoe vastbesloten
een staatssecretaris ook is, het licht heeft het duister overwonnen.
Nog niet altijd, nog niet overal, maar hoe vaker christenen
beschikbaar zijn en mensen samen optrekken tegen onrecht, hoe vaker
dat licht zichtbaar zal worden.
Gebed is nu voor mij
niet in de eerste plaats vragen, maar vooral luisteren naar God,
zodat Hij ons kan inspireren en wij een gebedsverhoring worden.
Het resultaat was
trouwens ook dat mensen weer trots waren op de kerk en dat zelfs
ongelovigen ons hun steunbetuigingen stuurden. Ik heb prachtige
gesprekken gehad met mensen die niet geloofden, maar toch het gevoel
hadden dat ze hier moesten zijn.