De 12 discipelen waren de eerste apostelen en kregen de opdracht om er opuit te gaan en het evangelie aan de hele wereld te vertellen. Ze vertelden het goede nieuws, het evangelie, en dat ging gepaard met wonderen en tekenen, zoals beloofd. (Marcus 16:15-20, Handelingen 2:43; 4: 33; 19:11,12)
Filippus doet precies hetzelfde in Samaria, maar hij wordt een evangelist genoemd.
Labels:
- Apostelen zijn rondreizende gemeentestichters
- Evangelisten zijn rondreizende evangelie-verkondigers
- Apostelen waren er alleen in de tijd van de vroege kerk
- De apostolische bediening wordt nu weer hersteld als voorbode van een grote opwekking
- Evangelisten zijn de schrijvers van de evangeliën
Hoe je er ook tegenaan kunt kijken:
Je hoort nog wel eens de uitspraak “niet iedereen heeft de bediening van evangelist, maar we zijn wel allemaal geroepen tot het werk van de evangelist”. In de kerk zie je het vaker gebeuren dat functioneren en titels gescheiden worden. Je functioneert wel als evangelist, maar je bént het niet. Je functioneert als diaken, maar je bent het niet, je functioneert als opziener, maar je bent het niet. Titels zijn voorbehouden aan mensen die officieel zijn aangesteld in die functie, niet per se voor mensen die van nature functioneren in die rol.
Waarom zouden titels belangrijk zijn in de kerk? Het is natuurlijk erg praktisch als je met één woord een beeld kunt krijgen van iemands positie binnen een groep, maar is dat wel zo ‘christelijk’? Zijn we daardoor niet een ongewenst onderscheid gaan maken tussen belangrijk en minder belangrijk? We zijn allemaal gelijk in Christus, maar zijn sommigen onder ons hierdoor niet iets gelijker dan anderen geworden?
We hebben allemaal onze gaven en talenten gekregen. De een heeft de gave te onderwijzen, de ander de gave van gastvrijheid. Het een is niet meer (eer) waard dan het ander. Maar omdat de één wel een titel krijgt en de ander niet, lijkt het net alsof gastvrijheid minder belangrijk is dan onderwijs. Terwijl iedereen weet dat een warm welkom minstens net zo belangrijk is als een goede preek om over te dragen wat het evangelie inhoudt.
Door zo de nadruk te leggen op titels, hebben die een grote lading gekregen. Wij zien apostel toch ongeveer als de hoogst haalbare positie. Als je toch eens een gemeentestichter zou zijn, en aan meerdere gemeenten leiding zou geven, dan ben je toch wel iemand. Of een evangelist die stadions vol mensen tot Jezus brengt omdat hij een speciaal charisma heeft. Dan ben je een echte evangelist….
Apostel betekent gewoon ‘gezondene’, gezonden om een boodschap over te brengen. Evangelist betekent ‘brenger van goed nieuws’. Als je het letterlijk neemt is eigenlijk iedereen een apostel en hoort iedereen een evangelist te zijn.
In de bijbel zie je individuen en groepen mensen rondtrekken en gemeenten stichten. Lucas volgt Paulus en schrijft diens belevenissen op, maar dat wil niet zeggen dat er verder niets gebeurde. Van de meesten van de 12 discipelen weten we niet wat ze precies hebben gedaan. Lucas noemt alleen deze 12 apostelen en schrijft niet dat ze buiten Jeruzalem in actie komen, op één uitstapje van Petrus en Johannes na. Na Handelingen 16 schrijft hij zelfs helemaal niet meer over apostelen.
Paulus noemt zichzelf en ook anderen apostel, hij waarschuwt zelfs tegen nep apostelen (2 Korintiërs 11:13). De titel apostel werd dus niet beperkt tot de 12 die door Jezus apostel werden genoemd en had zeker niet het gewicht dat wij er nu aan hangen. De apostel Paulus noemde zich zelfs de minste van alle gelovigen (Efeziërs 3:8)
Over evangelisten daarentegen wordt zelden gesproken in de bijbel. Omdat Filippus het goede nieuws brengt in Samaria en hij later evangelist genoemd wordt, hebben we de conclusie getrokken dat zijn werk in Samaria hem tot evangelist maakte. Maar de schrijvers van de evangeliën worden al heel vroeg in de kerkgeschiedenis evangelisten genoemd. Misschien is het werk van een evangelist wel schrijven over het goede nieuws.
Het een sluit het ander niet uit natuurlijk, maar door het gewicht wat er aan de bediening van een Evangelist gehangen wordt, zijn een heleboel mensen te klein over zichzelf gaan denken. “Ik ben geen evangelist, dus ik weet niet hoe ik mijn buurvrouw iets kan vertellen over Jezus.” “Ik durf niet zomaar over Jezus te gaan vertellen tegen vreemde mensen, dus ik voel me schuldig omdat ik niet het werk van een evangelist doe.” “Ik vertel wel eens wat over mijn geloof aan mijn collega’s, maar ze zijn nog steeds niet tot geloof gekomen, dus ik ben geen evangelist.”
Door het beeld van een apostel als een soort supermens, voelen veel mensen zich niet gezonden om het goede nieuws door te vertellen en vergeten ze soms dat ze het niet alleen hoeven doen, maar dat Jezus met hen mee gaat. Dezelfde Jezus die zegt dat Hem alle macht in hemel en op aarde gegeven is. (Matteüs 28:18)
Titels kunnen handig zijn, maar laten we ervoor oppassen dat ze ons niet gaan belemmeren. Dat we niet denken dat een titel belangrijk is of dat iemand met een titel waardevoller is, of dat je niet geschikt bent omdat je geen titel hebt. Ieders bijdrage aan de gemeente telt. Samen zijn we het lichaam van Christus, iedereen is gezonden om het goede nieuws te verspreiden in de wereld. Als gemeentestichter of als schrijver, door gastvrij te zijn of door bijbelstudie te geven; iedereen is nodig.