Monthly Archives: January 2018

Blog Nederlands

De valkuil van een hoopvolle toekomst

“God heeft een hoopvolle toekomst voor je, Hij heeft mooie plannen met je, gedachten over voorspoed.” Met deze tekst uit Jeremia 29 worden mensen opgebeurd die in moeilijke situaties zitten. Het wordt gebruikt als een een belofte van God aan ons: “Maak je geen zorgen, het komt goed.” Het wordt ook gebruikt als een gebed van ouders voor hun kinderen: God heeft beloofd dat je een geweldige toekomst hebt. Hij heeft prachtige plannen met jouw leven, Hij heeft jouw geluk op het oog. En dat geldt ook voor de rest van de gemeente. Iedereen mag weten dat God het beste met ons voor heeft, dat Hij wil dat het goed met ons gaat.

Wij zijn stof, gemaakt uit stof, daarom oefent het stoffelijke grote aantrekkingskracht op ons uit. Als iemand tegen mij zegt dat er prachtige dingen voor mij zijn weggelegd, dan zie ik een baan waarin ik kan uitblinken, met een heel lekker salaris zodat ik kan kopen wat ik wil. Vervolgens trekt het ene na het andere reclameplaatje voorbij van lachende vrienden met een wijntje bij de open haard, mijn kinderen c.s. aan lange tafels in een zomerse tuin, kleinkinderen spelend in de natuur, witte stranden met kleurrijke drankjes die gebracht worden; kortom dat leven wat iedereen wil, maar dat niemand heeft.

Is dit de voorspoed, de hoopvolle toekomst waarnaar ik mag uitkijken als het even tegen zit? Gaat God dit aan mijn kinderen geven? Aan alle christenen?

Of is dit niet reëel? Moet ik mijn hoop naar beneden bijstellen? Wat meer bescheiden zijn? Moet ik tevreden zijn met een net huis, een nette auto, een nette baan met een net salaris?

Waarom? Is het waarschijnlijker dat ik dit krijg, zodat ik kan zeggen dat God zich aan Zijn beloften houdt en mij zegent? Dat ik gelukkig ben omdat ik niets tekort kom?

In Hebreeën 11 staat een lijst van kopstukken uit de bijbel, met wat ze hebben overgehad voor hun geloof en wat ze hebben gedaan uit geloof. Je leest daar over loslaten, opgeven, hard werken, volhouden en, staat er in vers 39: “Al deze mensen zijn door hun geloof een voorbeeld voor ons. Toch hebben zij geen van allen de belofte van God werkelijkheid zien worden”.

Waarom heb ik ooit geloofd dat ik Gods beloften dan wel werkelijkheid zou zien worden? Want ik wist dat het niet waar was. Ik zag in mijn eigen leven dat het niet werkte. Mijn man heeft een eigen bedrijf. “Als God voor je is, wie kan dan tegen je zijn?” ‘Jouw bedrijf hoeft geen last te hebben van de crisis, want jij bent een kind van God en God heeft het geluk van zijn kinderen voor ogen.’ Nou dat was onzin. We zeilden behoorlijk lang en behoorlijk hard onderuit. Zelfs tot op het punt dat we alles dreigden kwijt te raken.

Als ik had geloofd in een God die mij zegent en zorgt dat het allemaal goed komt, dan was ik dat geloof nu kwijt geweest. Want God greep niet in, Hij zorgde niet voor nieuwe klanten of andere wonderbaarlijke voorzieningen. De achterstanden liepen steeds verder op, het aantal deurwaarders nam toe, alle rekeningen stonden maximaal in het rood, het was slechts een kwestie van maanden voordat iemand beslag op het huis zou leggen. We hadden al geprobeerd ons huis te verkopen, maar ook de woningmarkt zat op slot. God had voor een koper kunnen zorgen; andere mensen in de kerk raakten wel hun huis kwijt, maar wij niet. Een baan voor mij was ook een uitkomst geweest, ik heb me suf gesolliciteerd, maar kreeg geen baan.

Wat is eigenlijk die hoopvolle toekomst die God hier aan het volk Israël in ballingschap, belooft?

Hij belooft dat Hij hen nooit zal verlaten. Ook al hebben ze God zo beledigd dat ze nu in een vreemd land wonen, God zal ze niet vergeten. Hij zal ze weer terugbrengen naar hun eigen land en zij zullen weer zijn volk zijn en Hij zal een nieuw verbond met hen sluiten (Jeremia 31:31-34). Dat verbond is ook voor ons. Hun God is onze God geworden. En doordat God als mens naar deze aarde is gekomen en gedaan heeft wat wij zelf niet konden, zijn alle beloften vervuld. God heeft zichzelf gegeven, meer kan Hij niet geven. Er is een schitterende toekomst voor ons weggelegd en als onderpand hebben we de Heilige Geest gekregen; God in ons.

Ik geloof niet in een God die mij geeft wat ik wil, ik geloof in een God die nabij is. Ik geloof dat, wat er ook zou gebeuren, God erbij zal zijn. Ik had niet geweten wat ik in de daklozenopvang had moeten doen met mijn gezin, maar God was ook daar geweest. Ik had geen idee hoe het verder moest als we alles waren kwijt geraakt, maar dat was niet belangrijk. Het leven gaat gewoon verder en vroeger of later hadden we daar wel weer bij aangehaakt. God had ons niet los gelaten.

Ik las laatst een hele mooie verwoording van wat ik geleerd heb: “als God niet meer ingrijpt, zal onze blik langzaam maar zeker van zijn handen naar zijn ogen gaan. Dan zoeken we niet meer wat Hij voor ons kan doen, want Hij doet even niets. Dan zoeken we vol vertwijfeling en verlangen naar Zijn liefde, naar zijn hart” (ds. Ron vd Spoel).

De valkuil van een hoopvolle toekomst is dat je naar Gods handen kijkt en in een sinterklaas gaat geloven. Als die sinterklaas niet geeft wat jij vraagt, haak je teleurgesteld af.

Blog Nederlands

De valkuil van evangelisatie

We zijn geroepen om het goede nieuws van redding en bevrijding door te geven. Als je bent opgevoed in een evangelische kerk zoals ik, dan is daar bij iedere ontmoeting dat kleine stemmetje: “vertel iets over Jezus”. Loop je door de stad, dan is daar ineens de vraag: “hoeveel van deze mensen kennen Jezus”? Zelfs op vakantie in een wachtrij om een kerk te bezichtigen: “Wat zoeken deze mensen? Zouden ze iets van God vinden in dit gebouw?”

Vroeger voelde ik me schuldig als ik dan geen actie ondernam, het gesprek niet op het geloof wist te brengen, niet het evangelie kon delen. read more »

Blog Nederlands

De valkuil van een roeping

Starwars, the Matrix, Harry Potter, Lord of the Rings en vast nog wel meer films gaan over die ene die geroepen is om ‘het kwaad’ te verslaan. Dit spreek tot de verbeelding, bij mij in ieder geval wel, ook al ben ik een meisje en geen jongetje. Stel je voor dat je een geroepene blijkt te zijn. Jij bent de held, jij gaat het fiksen, jij gaat bevrijding brengen. Het onrechtvaardige systeem heeft zijn langste tijd gehad nu jij er bent! Het betekent wel een tijd lang afzien, want The Chosen One krijgt zijn overwinning niet zomaar. Hij moet eerst een hoop ellende doorstaan, maar wat er ook gebeurd, hoe vaak het ook dreigt te mislukken, hij zal volgens de profetieën het kwaad verslaan. Dat vooruitzicht is al die moeite waard. read more »

Blog Nederlands

Worstelen met God

Jacob worstelde met God en liet Hem niet gaan voordat God had gedaan wat hij Hem vroeg (Genesis 32:26-28). Mozes gingen de discussie aan met God en bleef argumenten aandragen totdat hij kreeg wat hij wilde. (Exodus 33:12-17). Ik vond dat eigenlijk heel oneerbiedig. Hoe durf je zo brutaal te zijn en niet te accepteren wat God wil? Ik herken me wat dat betreft meer in Abraham. Hij deed alles wat God vroeg: hij vertrok uit zijn land, liet zijn neef het beste deel kiezen en was zelfs bereid om zijn zoon te offeren, omdat hij wist dat God zou zorgen dat het allemaal op zijn pootjes terecht zou komen. Zo sta – of misschien stond? – ik ook in het leven. Wat kwam, dat kwam. Het zou uiteindelijk goed komen. God is mijn Vader, Hij zorgt voor mij. Zoals ik vorige week schreef: “Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand.” Ik ben hier nog steeds van overtuigd, maar ergens is er iets gaan wringen. Er groeit in mij een onvrede over de situatie waarin ik zit: over de mist die voor mijn toekomst hangt. Nu ik uit de valkuil van het ‘moeten’ ben gekropen, moet ik niet langer zicht hebben op komend jaar, zodat ik weet wat ik moet doen, maar ik wil zicht hebben op komend jaar, omdat ik verder wil. read more »

Blog Nederlands

De valkuil van het moeten

Vorige keer heb ik een blog geschreven over Prediker met de vraag: “wat zijn we vorig jaar nu eigenlijk opgeschoten?” Het sloot af met de notie dat onze inspanningen er inderdaad niet veel toe doen als we het op wereldschaal bekijken, maar dat het leven de moeite waard is als je kunt genieten van de kleine dingen.

Met dit grijze weer ben ik geneigd om net zo grijs te denken en vind ik het moeilijk om die kleine genietmomenten voor de geest te halen. Ik zit naast een kerstboom met hangende takken die nodig afgetuigd moet worden en zie een leeg jaar voor me liggen. Dat is voor mij vreemd. Normaal gesproken had ik altijd wel een idee, een droom, een doel, een hoop, maar nu … niets. Dat is heel vervelend, want ik ben een doener. Ik wil ergens aan (mee)bouwen, iets tot stand brengen, iets voor elkaar krijgen. Dus ik doe wat mijn hand vind om te doen en probeer daar de lol van in te zien. read more »